H8 geluid - les 2

Lesplanning
  1. Uitleg frequentie en trillingstijd
  2. Opgaven §7.3 maken
  3. Uitleg toonhoogte 
  4. Opgaven §7.4 maken
  5. Uitleg:
    - voorbereiden toets
    - herhaling geluidsnelheid
  6. Opdracht kracht H7 
  7. Afsluiting
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Lesplanning
  1. Uitleg frequentie en trillingstijd
  2. Opgaven §7.3 maken
  3. Uitleg toonhoogte 
  4. Opgaven §7.4 maken
  5. Uitleg:
    - voorbereiden toets
    - herhaling geluidsnelheid
  6. Opdracht kracht H7 
  7. Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide


Lesdoelen
Aan het einde van deze les...
  • weet je wat de amplitude en de trillingstijd van een geluidsgolf zijn;
  • kan je de trillingstijd uit een trillingsgrafiek bepalen;
  • met een formule de trillingstijd en de frequentie berekenen;
  • uit een trillingsgrafiek de amplitude bepalen.

Slide 2 - Tekstslide

Trillingsgrafiek

Slide 3 - Tekstslide

Trillingsgrafiek

Slide 4 - Tekstslide

Amplitude (A) en trillingstijd (T)

Slide 5 - Tekstslide

Amplitude - geluidssterkte

Slide 6 - Tekstslide

De frequentie in Hertz - f (Hz)
Het aantal trillingen per seconde

Slide 7 - Tekstslide

de frequentie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Frequentie (F) in Hertz (Hz) & Trillingstijd (T) in seconden (s)
f(Hz)=T(s)1

Slide 10 - Tekstslide

Bepaal de trillingstijd

Slide 11 - Open vraag

Voorbeeld
Een snaar trilt 6 seconden lang met een frequentie van 75 Hz. 
Bereken het aantal keer dat de snaar op een neer trilt in die
6 seconden. 
Uitwerking
f = 75 Hz
t = 6 s
aantal trillingen = ?

  • 75 Hz  = 75 trillingen/sec
  • 75 * 6 = 450 trillingen
  • of
    T = 1/f = 1/75 = 0,01333 s
    6/0,01333 = 450 trillingen



Slide 12 - Tekstslide

De frequentie van een snaar is 250 Hz. Bereken de trillingstijd van de snaar.

Slide 13 - Open vraag

Antwoord
Gegeven
f = 250 Hz         T = ?

Oplossing
T = 1/f = 1/250 = 0,004

Antwoord
T = 0,004 s = 4 ms

Slide 14 - Tekstslide

Stemvork

Slide 15 - Tekstslide

Oscilloscoop

Slide 16 - Tekstslide


Wat wordt met de rode
pijl aangegeven?
A
De amplitude A
B
De trillingstijd T
C
De frequentie f
D
De uitwijking u

Slide 17 - Quizvraag


Wat wordt met de rode
pijl aangegeven?
A
De amplitude A
B
De trillingstijd T
C
De frequentie f
D
De uitwijking u

Slide 18 - Quizvraag

Voorbeeld
Hoe groot is de frequentie van deze trilling?

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld
Gegeven
T = 30 ms = 0,030 s

Oplossing
f = 1 / T = 1/ 0,030 = 33

Antwoord
f = 33 Hz
Hoe groot is de frequentie van deze trilling?

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de frequentie van een toon als ik meet dat de trillingstijd 1 ms is?

Slide 21 - Open vraag

Antwoord
Gegeven
T = 1 ms = 0,001 s           f = ?

Oplossing
f = 1/T = 1/0,001 = 1000

Antwoord
f = 1000 Hz

Slide 22 - Tekstslide

Grootheid
Symbool
Eenheid
Symbool
f
m
Frequentie
Hertz
Hz
T
seconde
s
Trillingstijd
Golflengte
λ
meter

Slide 23 - Sleepvraag

Aan de slag 
§8.3 opgave 33, 35 t/m 40 en 42
timer
15:00
Klaar: ga verder met 49 t/m 56 van §8.4

Slide 24 - Tekstslide




§8.4 toonhoogte

Slide 25 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les
kan je uitleggen wat frequentie en toonhoogte met elkaar te maken hebben.


Slide 26 - Tekstslide

Hoe kan men hogere tonen spelen op een blaasinstrument?

Slide 27 - Open vraag

§8.4 Toonhoogte

Slide 28 - Tekstslide

Zacht
Hard
Laag
Hoog

Slide 29 - Sleepvraag

Toonhoogte

  • De lengte van de buis
  • Buis langer maken door kleppen te sluiten



blaasinstrumenten

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

De toonhoogte van een
snaarinstrument kan je
verhogen door...

Slide 32 - Woordweb

Toonhoogte

  • Lengte
  • Dikte
  • Spankracht 



snaarinstrumenten

Slide 33 - Tekstslide

Klankkleur

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag 
§8.4 opgave 49, 50, 54, 55 en 56 van §8.4
timer
12:00
rond eerst de opgaven van §8.3 af:  33, 35 t/m 40 en 42 

Slide 35 - Tekstslide



Toets H7 en H8


§1 t/m 4
  • Oefenen, oefenen, oefenen en nakijken.
      
  • Classroom:
    - kennen en kunnen
    - oefentoets 

Slide 36 - Tekstslide


Sonarsysteem:
Het schip bevindt zich 377,5 m boven de zeebodem. Bereken hoeveel tijd er zit tussen het uitzenden en ontvangen van het geluid (de echo). De snelheid van geluid in water is 1510 m/s.

Slide 37 - Open vraag

Gegevens
diepte = 377,5 m
v = 1510 m/s
t = ?
Oplossing
  • s = 377,5 * 2 = 755 m 
  • s = v * t
    755 = 1510 * t 
  • t = 755 / 1510 = 0,5 s
  • Er zit 0,5 s tussen het zenden en ontvangen van het geluid. 

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Rangschikken

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Een fles met minder water heeft een ...
A
hogere toon
B
lagere toon

Slide 42 - Quizvraag