Oefenen examenvragen H1 t/m H4

Oefenen met examenopgaven
H1 t/m 4
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare school

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefenen met examenopgaven
H1 t/m 4

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Criminaliteit heeft twee soorten gevolgen: materiële en immateriële. Naar welke gevolgen van criminaliteit doen de gemeenten in Achterhoek Oost onderzoek?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Normen komen voort uit waarden. Uit welke waarde komen de strengere regels in de tekst voort?

Let op: Formuleer je antwoord als een waarde!

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Delicten worden opgedeeld in overtredingen en misdrijven.
Over welk soort delict gaat het in de tekst?

Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

De jongens van 11 en 14 jaar houden zich, net als hun oudere broer en vader, bezig met criminaliteit. De theorie die het gedrag van de jongens het beste verklaart, is:
A
De anomietheorie
B
De aangeleerd-gedragstheorie
C
De rationele-keuzetheorie
D
De bindingstheorie

Slide 9 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met het dilemma van de rechtsstaat? Het dilemma tussen de belangen van:
A
Rechtsbescherming en rechtsgelijkheid
B
Rechtsgelijkheid en rechtszekerheid
C
Rechtszekerheid en rechtshandhaving
D
Rechtshandhaving en rechtsbescherming

Slide 10 - Quizvraag

In Nederland is sprake van een machtenscheiding. Bij welke macht hoort het Openbaar Ministerie?
A
De rechterlijke macht
B
De uitvoerende macht
C
De wetgevende macht

Slide 11 - Quizvraag

De rechter is gebonden aan het legaliteitsbeginsel. Dit houdt in dat voor een veroordeling in de rechtszaak tegen de broers en hun vader:
A
Alle vier de familieleden dezelfde straf krijgen
B
Drugshandel in de wet strafbaar moet zijn gesteld
C
De officier van justitie met bewijzen moet komen
D
Vervolging alleen mogelijk is met instemming van de officier van justitie

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

De Amsterdamse VVD wil het maken van seksuele opmerkingen en het naroepen van vrouwen strafbaar stellen. Er zijn ook tegenstanders van dit strafbaar stellen. Geef een argument voor of tegen het strafbaar stellen van het maken van seksuele opmerkingen en het naroepen van vrouwen. Je moet in je antwoord een kenmerk van de rechtsstaat betrekken.

Slide 14 - Open vraag

Sommige jongeren vinden drugshandel een manier om makkelijk en snel aan veel geld te komen. Welke theorie over de oorzaken van crimineel gedrag maakt hun keuze begrijpelijk?
A
De aangeleerd-gedragstheorie
B
De rationele-keuzetheorie
C
De bindingstheorie
D
De etikettentheorie

Slide 15 - Quizvraag