Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhalingsles Unité 5
Wat betekent :bleu blanc rouge
1 / 25
volgende
Slide 1:
Open vraag
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat betekent :bleu blanc rouge
Slide 1 - Open vraag
Wat is de betekenis van : la robe
A
De rok
B
De jas
C
De jurk
D
De trui
Slide 2 - Quizvraag
Les vêtements
Slide 3 - Woordweb
vouloir
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
veux
voulez
veut
veux
veulent
voulons
Slide 4 - Sleepvraag
Vul de goede vorm van vouloir in
Je........faire des gâteaux
Slide 5 - Open vraag
Vul de goede vorm van vouloir in:
Marie ............faire ses devoirs
Slide 6 - Open vraag
Vul de goede vorm van vouloir in:
Les enfants.............aller à la plage
Slide 7 - Open vraag
Vul de goede vorm van vouloir in:
Monsieur, vous...........porter un chapeau?
Slide 8 - Open vraag
Vul de goede vorm van vouloir in:
Mon copain et moi, nous..........aller au collège.
Slide 9 - Open vraag
Vul de goede vorm van vouloir in:
Marie et Elisa ...............jouer au tennis
Slide 10 - Open vraag
Vul de goede vorm van vouloir in:
Pierre...........faire de la musique.
Slide 11 - Open vraag
timer
1:00
Sleep het goede plaatje naar de goede tekst!
une robe noire
un pull bleu
une jupe rouge
une casquette jaune
des baskets verts
Slide 12 - Sleepvraag
trente-cinq
quarante-quatre
vingt-neuf
trente-neuf
vingt-deux
quarante et un
Slide 13 - Sleepvraag
Vormen van het bijv. naamwoord. Wat hoort bij elkaar?
grand
grands
grande
grandes
mannelijke vorm
vrouwelijke vorm
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
Slide 14 - Sleepvraag
Het bijvoeglijk naamwoord zegt wat over ...
A
een werkwoord
B
een zelfstandige naamwoord
C
een bijwoord
D
een ander bijvoeglijk naamwoord
Slide 15 - Quizvraag
Waar staat het bijvoeglijk naamwoord meestal?
A
achter het zelfstandig naamwoord
B
voor het zelfstandig naamwoord
Slide 16 - Quizvraag
Bijvoeglijk naamwoord: Bon --> vrouwelijk meervoud
A
Bonne
B
Bons
C
Bonnes
D
Bones
Slide 17 - Quizvraag
Bijvoeglijk naamwoord
Les parents sont ...
A
Italien
B
Italienne
C
Italiens
D
Italiennes
Slide 18 - Quizvraag
welke uitgang krijgt een bijvoeglijk naamwoord als het zelfstandig naamwoord mannelijk is?
A
e
B
es
C
niks
D
s
Slide 19 - Quizvraag
Waar komt het bijvoeglijk naamwoord in de zin?
Bon
A
Achter zelfstandig naamwoord
B
Voor zelfstandig naamwoord
C
Achter werkwoord
D
Voor werkwoord
Slide 20 - Quizvraag
Welke bijvoeglijke naamwoorden komen voor het zelfstandig naamwoord in het Frans
Slide 21 - Woordweb
Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
Vous avez une _____________ maison . [beau]
Slide 22 - Open vraag
Vertaal het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes.
Elle porte une chemise (blauw) ___________________.
Slide 23 - Open vraag
Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm:
1. Une (grand) maison
2. mon (petit) frère
3. Ils sont (sportif)
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
A1/U5: Formatieve Toets Apprendre 1 t/m 5
April 2020
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Herhalingsles Unité 5
April 2020
- Les met
29 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Vouloir + bijvoeglijk naamwoord
April 2022
- Les met
50 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
20.1 het bijv. nw. (vorm) 1
Mei 2021
- Les met
41 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
HV1 UNITE 5
Mei 2021
- Les met
36 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1HV Unité 5
Juni 2023
- Les met
50 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
révision 2e klas ch3
Februari 2022
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Bijvoeglijk naamwoord
Oktober 2024
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2