2.4 - Westerse Wereldrijken

2.4
Mens & Maatschappij
Les 4
Westerse Wereldrijken
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.4
Mens & Maatschappij
Les 4
Westerse Wereldrijken

Slide 1 - Tekstslide




             De tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)

Slide 2 - Tekstslide


Les 4
Wat gaan we doen?
 1. Opstart
 2. Uitleg
 3. Video Nederlands-Indië
 4. Werktijd
5m
15m
15m
20m
 5. Afsluiting
5m

Slide 3 - Tekstslide

Wat is tijdens deze les belangrijk?
Leervragen
 1. Wat betekent modern imperialisme?
 2. Hoe zijn de koloniale wereldrijken ontstaan?
 3. Wat zijn de oorzaken van het modern imperialisme?
 4. Hoe zag het kolonialisme eruit in Afrika en Azië?

Slide 4 - Tekstslide

Rond 1700
Rond 1900
Wat valt op?

Slide 5 - Tekstslide

Imperialisme
Imperialisme -> Het verkrijgen van een (groot) rijk door andere landen/volken te veroveren en te overheersen

Modern imperialisme -> De Europese uitbreiding vanaf 1870, waarbij het koloniale bezit groter werd en de kolonies meer werden uitgebuit.

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaken modern imperialisme 
Tussen 1870 en 1914 breidden Europese landen hun kolonies sterk uit.
Belangrijke oorzaken hiervan waren: 
  • Het blanke superioriteitsgevoel 
  • Het streven naar winst, ondernemers gebruikten kolonies voor grondstoffen en als afzetgebied -> gebied waar producten worden verkocht 
  • De industriële revolutie 
  • Europeanen hadden de beste wapens en stoomschepen

Slide 7 - Tekstslide

Imperialisme in Azië 
  • Vanaf ongeveer 1500 hadden de Europeanen handelsposten en kleine kolonies in Azië, maar in 1900 kwamen er veel andere landen bij.

  • China werd geen kolonie, maar het land kwam wel onder Europese invloed te staan. Door geweld te gebruiken en ermee te dreigen, kregen de Europeanen invloedssferen.

  • Japan was het enige Aziatische land met industrie en daardoor werd het geen kolonie van een Europees land, maar veroverde het zelf landen. Japan = imperialistische mogendheid ( = staat) die Korea inlijfde.


Slide 8 - Tekstslide

Imperialisme in Afrika

  • Europese landen kregen ook de heerschappij over landen in Noord-Afrika, zoals Marokko, maar ze wilden meer.
  • In 1878 maakten de Europese landen afspraken over de verdeling van de rest van Afrika tijdens de conferentie van Berlijn.  
  • Europeanen trokken op kaarten vaak rechte grenzen dwars door woongebieden van volken die daar al eeuwen woonden. Daarbij werd geen rekening gehouden met de bevolking.
  • De Europeanen gebruikten veel geweld om de bevolking van kolonies te onderdrukken en soms werd er zelfs aan genocide gedaan (het volgens een plan vermoorden van een volk/bevolking).


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Europeanisering

Slide 11 - Tekstslide

Het Nederlandse wereldrijk
In de 19e eeuw breidden Nederlanders hun gebieden in Indonesië steeds verder uit.
Ze noemden hun kolonie Nederlands-Indië.

De verovering van Nederlands-Indië verliep niet altijd even goed. 
Tussen 1874 en 1914 voerde het Nederlands-Indische leger op 
Noord-Sumatra een guerrillaoorlog: een oorlog tegen strijdtroepen 
die zich onder de bevolking verschuilden.

Uiteindelijk kwam heel Indonesië onder Nederlandse overheersing. Ze dwongen de bevolking om onder andere suiker, tabak en koffie te verbouwen en aan Nederland te leveren. 
Nederland had ook kolonies in Amerika: Suriname en de Nederlandse Antillen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

  • Maak afsluiting
Werktijd
 1. Lees blz. 26 t/m 27
timer
20:00
 2. Maak opdracht 1 t/m 7
 3. Maak mindmap
Extra
HW
  • Maak een tijdbalk H2
Extra

Slide 14 - Tekstslide

Wat is tijdens deze les belangrijk?
Leervragen
 1. Wat betekent modern imperialisme?
 2. Hoe zijn de koloniale wereldrijken ontstaan?
 3. Wat zijn de oorzaken van het modern imperialisme?
 4. Hoe zag het kolonialisme eruit in Afrika en Azië?

Slide 15 - Tekstslide

Heb je vragen of iets niet begrepen?

Slide 16 - Woordweb

Huiswerk
Huiswerk voor de volgende les:
Afmaken van paragraaf 2.4


Slide 17 - Tekstslide