- Maak opdrachten 1, 2, 5 en 6 van paragraaf 4
- De eerste 5 minuten werk je stil, in je eentje. Tijdens die 5 minuten beantwoord ik geen vragen!
- Als het stoplicht op geel gaat mag je fluisterend overleggen met je buurman/buurvrouw
- Ben je klaar? Ga dan lezen in je leesboek.
- Heb je hulp nodig? Roep niet, steek je hand op!