luisteropdracht "eenvoudig"

Hörübung  2Kader
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hörübung  2Kader

Slide 1 - Tekstslide

Lees dit goed!!
Deze luisteroefening bestaat uit 3 verschillende fragmenten. De eerste twee audiofragmenten bestaan uit 2 x 6 meerkeuze vragen. Bij elke vraag zit een fragment. . 
De derde opdracht is een videofragment met richtig/falsch vragen. Ook deze wordt 2x afgespeeld. Lees bij elke opdracht duidelijk de omschrijving.

Slide 2 - Tekstslide

Höraufgabe 1
Mevrouw Andrea Wildmann vertelt over haar gezin, haar werk en haar woonplaats.
Luister naar "Meine Familie". 
Kruis tijdens het luisteren het juiste antwoord aan.

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel kinderen van Andrea zijn in Italië geboren?
1
A
0
B
1
C
2

Slide 4 - Quizvraag

Andrea heeft met haar man …

2
A
een bakkerszaak in Bern in Zwitserland.
B
een ijssalon in een dorpje in de bergen.
C
een pizzeria in Berlijn-Kreuzberg.

Slide 5 - Quizvraag

Wat zegt Andrea over haar twee dochters?

3
A
Je kan zien dat het zussen zijn, maar ze hebben andere hobby’s.
B
Ze hebben hetzelfde uiterlijk en dezelfde hobby’s.
C
Ze zien er heel verschillend uit, maar hebben dezelfde hobby’s.

Slide 6 - Quizvraag

Sinds één van de zussen niet meer thuis woont,
4
A
hebben ze ruzie met elkaar.
B
mogen ze elkaar best graag.
C
zien ze elkaar nooit meer

Slide 7 - Quizvraag

Hoe ver woont Inge bij haar ouders vandaan?

5
A
Een half uur reizen met de metro.
B
Te voet ongeveer tien minuten.
C
Tien uur vliegen.

Slide 8 - Quizvraag

Welk huisdier woont er nu nog bij Andrea?

6
A
Alleen een hond.
B
Alleen een kat.
C
Geen enkel huisdier.
D
Alleen een konijn

Slide 9 - Quizvraag

Höraufgabe 2
Eten in een restaurant, fijn! Je hebt met iemand afgesproken. Maar wat doe je als die persoon niet komt? En zijn mobiel staat uit… Bestel je alvast???

Slide 10 - Tekstslide

Meneer Swarinsky heeft een tafel gereserveerd voor 2 personen

1
A
om half 8.
B
om kwart voor 8.
C
om 8 uur.

Slide 11 - Quizvraag

Wat vraagt de ober?

2
A
Wat wilt u drinken?
B
Wat wilt u drinken en zal ik de menukaart alvast brengen?
C
Zal ik de menukaart alvast brengen?

Slide 12 - Quizvraag

Waar is het toilet?
3
A
De trap af, eerste deur links.
B
De trap op, eerste deur links.
C
De trap op, eerste deur rechts.

Slide 13 - Quizvraag

Wat vraagt de ober aan meneer Swarinsky?

4
A
Of hij misschien liever naar huis gaat
B
Of hij nog iets wil drinken.
C
Of hij nog op zijn zoon wil wachten.

Slide 14 - Quizvraag

Waarom stelt de kelner voor, dat meneer Swarinsky een voorgerecht bestelt?
5
A
De zoon van meneer Swarinsky kan nu elk ogenblik binnenkomen.
B
Meneer Swarinsky zegt dat hij honger heeft.
C
Omdat de keuken zo dichtgaat.

Slide 15 - Quizvraag

5

Slide 16 - Video

Höraufgabe 3 (2e keer)
Nu volgt het filmpje nog een keer. Voor elk fragment zie je eerst de stelling. Vervolgens zie je het fragment en moet je daarna het antwoord geven.
Je kunt niet terugkijken.

Slide 17 - Tekstslide

8

Slide 18 - Video

00:00
Stelling 1:
Meestal denk je bij “Familie” aan ouders en grootouders met meerdere kinderen die bij elkaar in huis wonen.
Richtig / Falsch

Slide 19 - Tekstslide

00:13
Stelling 1:
Meestal denk je bij “Familie” aan ouders en grootouders met meerdere kinderen die bij elkaar in huis wonen.
A
richtig
B
falsch

Slide 20 - Quizvraag

00:14

volgende stelling (2):
“Verheiratet“ betekent “samenwonend”. Mensen wonen samen in een huis.
Richtig / Falsch

Slide 21 - Tekstslide

00:36
Stelling 2: “Verheiratet“ betekent “samenwonend”. Mensen wonen samen in een huis.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 22 - Quizvraag

00:37

Volgende stelling (3): 
In een “Patchwork-familie” leven kinderen samen die verschillende ouders hebben.
Richtig / Falsch

Slide 23 - Tekstslide

00:42
Stelling 3: In een “Patchwork-familie” leven kinderen samen die verschillende ouders hebben.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 24 - Quizvraag

00:42

ls je een “Wahlfamilie” hebt, woon je samen met mensen die je gekozen hebt. (4)
Richtig / Falsch

Slide 25 - Tekstslide

01:16
Als je een “Wahlfamilie” hebt, woon je samen met mensen die je gekozen hebt.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 26 - Quizvraag

00:00
Stelling 1:
Meestal denk je bij “Familie” aan ouders en grootouders met meerdere kinderen die bij elkaar in huis wonen.
Richtig / Falsch

Slide 27 - Tekstslide

00:13
Stelling 1: 
Meestal denk je bij “Familie” aan ouders en grootouders met meerdere kinderen die bij elkaar in huis wonen.
Richtig / Falsch

volgende stelling (2):
“Verheiratet“ betekent “samenwonend”. Mensen wonen samen in een huis.
Richtig / Falsch

Slide 28 - Tekstslide

00:36
Stelling 2: “Verheiratet“ betekent “samenwonend”. Mensen wonen samen in een huis.
Richtig / Falsch

Volgende stelling (3): 
In een “Patchwork-familie” leven kinderen samen die verschillende ouders hebben.
Richtig / Falsch

Slide 29 - Tekstslide

00:42
Stelling 3: In een “Patchwork-familie” leven kinderen samen die verschillende ouders hebben.
Richtig / Falsch

Volgende stelling (4):
Als je een “Wahlfamilie” hebt, woon je samen met mensen die je gekozen hebt.
Richtig / Falsch

Slide 30 - Tekstslide

01:16
4.
Als je een “Wahlfamilie” hebt, woon je samen met mensen die je gekozen hebt.
Richtig / Falsch

Slide 31 - Tekstslide

Dat war es schon......
Bis bald!

Slide 32 - Tekstslide