Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
PA2 Capítulo 5 en de gerundio
PA2 Capítulo 5
en de gerundio
Hola clase 3v
13 y 14 de noviembre
1 / 47
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
47 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
PA2 Capítulo 5
en de gerundio
Hola clase 3v
13 y 14 de noviembre
Slide 1 - Tekstslide
Las
metas
de hoy son:
1) de woordenschat H5 oefenen
2) estar + gerundio herhalen
3) wederkerende ww herhalen
4) ww op -ocer/ -ecer/ -ucir herhalen
5) vergelijkende trap herhalen
Slide 2 - Tekstslide
1) woordenschat
Slide 3 - Tekstslide
El padre de mi padre es mi ...
Slide 4 - Open vraag
Soy el hijo de mi madre.
La hija de mi madre es mi ...
Slide 5 - Open vraag
het tegenovergestelde van
guapo = 1. ____
caro = 2. ____
gordo = 3. ____
Slide 6 - Open vraag
Schrijf de vertaling op van het woord tussen de "___".
En clase trabajamos "en parejas".
Slide 7 - Open vraag
Schrijf de vertaling op van het woord tussen de "___".
El profesor "traduce" la frase.
Slide 8 - Open vraag
Schrijf de vertaling op van het woord tussen de "___".
Javi hace deporte en "el gimnasio".
Slide 9 - Open vraag
2. estar + gerundio
Slide 10 - Tekstslide
estoy
estás
está
estamos
estáis
están
yo ___ hablando.
tú ___ hablando.
él/ella ___ hablando.
nosotros ___ hablando.
vosotros ___ hablando.
ellos ___ hablando.
Slide 11 - Sleepvraag
Schrijf in het Spaans wat Carlos en Dani aan het doen zijn.
Slide 12 - Open vraag
Schrijf in het Spaans wat Paco aan het doen is.
Slide 13 - Open vraag
Schrijf in het Spaans wat Marta aan het doen is.
Slide 14 - Open vraag
Schrijf in het Spaans wat "jij" aan het doen bent. (Schrijf de zin in de ik-vorm)
Slide 15 - Open vraag
3. Wederkerende ww
Slide 16 - Tekstslide
Vervoeg het ww tussen haakjes.
Paco y María (levantarse) ______ a las diez.
Slide 17 - Open vraag
Vervoeg het ww tussen haakjes.
Yo (lavarse) _____ por la mañana.
Slide 18 - Open vraag
Vervoeg het ww tussen haakjes.
Tú (poner) _____ un jersey.
Slide 19 - Open vraag
Vervoeg het ww tussen haakjes.
Olivia y yo (despertarse) _____ a las ocho.
Slide 20 - Open vraag
Vervoeg het ww tussen haakjes.
Mi madre (vestirse) _____ antes de desayunar.
Slide 21 - Open vraag
Vervoeg het ww tussen haakjes.
Vosotros (vestirse) ________ después de desayunar.
Slide 22 - Open vraag
Vervoeg het ww tussen haakjes.
Mis amigos (despertarse) ______ muy tarde.
Slide 23 - Open vraag
4. ww die eindigen op -ocer/-ecer/-ucir
Slide 24 - Tekstslide
Vertaal en vervoeg het ww tussen haakjes.
Mi hermano (gehoorzamen) _____ a mi madre.
Slide 25 - Open vraag
Vertaal en vervoeg het ww tussen haakjes.
Yo (dankbaar zijn) ____ tu ayuda.
Slide 26 - Open vraag
Vertaal en vervoeg het ww tussen haakjes.
Nosotras (introduceren) ____ a nuestra familia.
Slide 27 - Open vraag
Vertaal en vervoeg het ww tussen haakjes.
Yo (besturen) ______ mi bicicleta.
Slide 28 - Open vraag
Vertaal en vervoeg het ww tussen haakjes.
¿Tú (kennen) ____ a mi hermano?
Slide 29 - Open vraag
Vertaal en vervoeg het ww tussen haakjes.
Yo (vertalen) ____ el texto al español.
Slide 30 - Open vraag
5.
Vergelijkende trappen
Slide 31 - Tekstslide
La chica es ________ el chico.
A
menos alta como
B
más alta como
C
menos alta que
D
más alta que
Slide 32 - Quizvraag
Mi abuela es (ouder dan) _____ mi madre.
A
más grande que
B
menor que
C
mayor que
D
mayor como
Slide 33 - Quizvraag
Evita es (aardiger dan) _____ Carola.
A
más simpático que
B
más simpática que
C
más simpático como
D
más simpática como
Slide 34 - Quizvraag
Yo soy (beter dan) ___ tú en Matemáticas.
A
más bueno que
B
más bien que
C
mejor que
D
peor que
Slide 35 - Quizvraag
Mi hermano es (ouder dan) ___ yo.
A
mayor que
B
más menor que
C
más mayor que
D
menor que
Slide 36 - Quizvraag
Mijn trui is minder duur dan jouw trui.
A
Mi jersey es más caro que tu jersey.
B
Mi jersey es tan caro como tu jersey.
C
Mi camiseta es más cara que tu camiseta.
D
Mi jersey es menos caro que tu jersey.
Slide 37 - Quizvraag
Mijn fiets is minder lelijk dan jouw fiets.
A
Tu bicicleta es menos fea que mi bicicleta.
B
Mi bicicleta es menos fea que tu bicicleta.
C
Mi bicicleta es tan fea como tu bicicleta.
D
Mi bicicleta es muy fea.
Slide 38 - Quizvraag
Karm is net zo intelligent als Feline.
A
Karm es menos inteligente que Feline.
B
Karm es más inteligente que Feline.
C
Karm es muy inteligente.
D
Karm es tan inteligente como Feline.
Slide 39 - Quizvraag
Net zo knap als : Eva es ___ guapa ___ Carla.
A
más - como
B
menos - como
C
tan - como
D
tan - como
Slide 40 - Quizvraag
knapper dan: Eva es ___ guapa ___ Carla.
A
tan - como
B
más - como
C
menos - que
D
más - que
Slide 41 - Quizvraag
Los vaqueros son más ____ que los zapatos.
A
barato
B
barata
C
baratos
D
baratas
Slide 42 - Quizvraag
El examen de inglés es tan ___ como el examen de español.
A
difíciles
B
difícil
Slide 43 - Quizvraag
Las chicas son tan ___ como los chicos.
A
simpático
B
simpática
C
simpáticos
D
simpáticas
Slide 44 - Quizvraag
Dat betekent:
Ik zál slagen!!!
Slide 45 - Tekstslide
Je gaat met 1 klik naar ...
de laatste vraag!
Slide 46 - Tekstslide
¿Qué tal ha ido?
Ben je klaar voor de toets?
A
Muy bien
B
Bien
C
Mwah
D
Mal
Slide 47 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Estar + gerundio
Februari 2021
- Les met
31 slides
Spaans
Secundair onderwijs
PA2. H5 -BRON G
Mei 2024
- Les met
34 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Klinkerwisseling
Maart 2021
- Les met
16 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Unidad 1 El Gerundio
September 2020
- Les met
25 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Les 1 - Toets Capitulo 5 Derde klas
Oktober 2024
- Les met
33 slides
Spaans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
3Ha/b week 11
Maart 2023
- Les met
52 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Repaso Gramática U1 C2
Augustus 2022
- Les met
39 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
SP_PA2_PTO4_Gerundio+Para/Por
Mei 2022
- Les met
19 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2