H9 - nieren en urinewegen
1 / 39
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat hoort er allemaal bij het urogenitaalapparaat?
A
Lever, nieren, urineleider en blaas
B
Lever, nieren, blaas, urineleider en baarmoeder
C
Nieren, urineleider, blaas en plasbuis
D
Nieren, urineleider, blaas, plasbuis en geslachtsorganen
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Sleep de onderdelen op de juiste plek.
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Slide 21 - Sleepvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Video
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Vorming van urine: zet de stappen in de goede volgorde
Nuttige stoffen worden uit de primaire urine gehaald en gaan terug naar het bloed
De urine wordt verzameld in het nierbekken
Via de urineleider gaat de urine naar de blaas en wordt daar opgeslagen
Het bloed stroomt door de nieren. Water en opgeloste stoffen komen in de primaire urine.
