Fictie + start 'Meer dan lezen' th1

Welkom!
Fijn dat je er bent,
ga lekker zitten.

Pak je spullen!
  1. lesboek
  2. schrift
  3. pen
  4. leesboek

Open je leesboek, 
we starten met lezen.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Fijn dat je er bent,
ga lekker zitten.

Pak je spullen!
  1. lesboek
  2. schrift
  3. pen
  4. leesboek

Open je leesboek, 
we starten met lezen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Korte uitleg over woordraadstrategieën en daarna een opdracht maken. 

Leerdoel:
- Je leert de betekenis van onbekende woorden in een tekst door woordraadstrategieën te gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategieën 
We hebben er vorige week vier besproken, kun je ze nog noemen? 
  1. .......................................................................
  2. .......................................................................
  3. .......................................................................
  4. .......................................................................

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategie synoniem
Zoek naar een synoniem: een ander woord met dezelfde betekenis.

Bijvoorbeeld: Exact - Precies

Vaak vind je als je even verder leest in de tekst een synoniem voor een moeilijk woord dat je niet weet.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategie omschrijving
De schrijver geeft al een omschrijving (definitie) van het woord.

Bijvoorbeeld: Mijn oma is geholpen aan staar, een aandoening waarbij de lens is vertroebeld.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategie: voorbeeld
  • Soms staan er in een tekst voorbeelden om onbekende woorden uit te leggen. Je weet dan meteen wat de schrijver bedoelt.

  • Bij een voorbeeld vind je vaak de volgende woorden: bijvoorbeeld, zo is er..., zoals, denk maar aan..., neem, zo.

  • Ook een dubbele punt kan aangeven dat er voorbeelden volgen: 'zij houden van balsporten: voetbal, volleybal, korfbal.'


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategie: tegenstelling 

  • Tegenstellingen zijn woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.
  • Als je een onbekend woord tegenkomt, kun je soms de betekenis begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling staat.
  • Zoek je een tegenstelling? Let dan op de volgende woorden:

maar, echter, toch, daarentegen.


Bijvoorbeeld: de burgemeester wilde de wedstrijd afgelasten, maar uiteindelijk mocht het toch doorgaan.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat? Je maakt opdracht 3 op p. 12-13.
Hoe? Antwoorden noteer je in je schrijft.
Hulp? Brein-Buur-Baas.
Tijd? 15 minuten.
Uitkomst? We gaan het straks bespreken.
Klaar? Dan maak je opdracht 6 (p. 15).



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot nu toe
- Je leert de betekenis van onbekende woorden in een tekst door woordraadstrategieën te gebruiken.
- Je kunt vier verschillende woordraadstrategieën noemen. 

Check: welke vier woordraadstrategieën kun je noemen?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets donderdag
De toets gaat over 
  • fictie en non-fictie
  • personages
  • smaak

Je leert de groene kaders op p. 64, 72 en 78. 
De vetgedrukte woorden zijn heel belangrijk. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
  • fictie
  • non-fictie
  • amuseren
  • fantasieverhaal
  • realistisch
  • personages
  • hoofdpersoon 
  • hoofdpersoon 
  • bijfiguren
  • inleven
  • onderwerp
  • genre
  • pictogram
  • psychologische verhalen 
  • probleemboeken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jasper heeft individueel pianoles,
omdat hij het best presteert als hij alleen les krijgt en zelfgekozen muziek kan spelen.
Overleg in tweetallen 
- Wat betekent individueel?
- Hoe weten jullie dit?

Slide 16 - Tekstslide

Een synoniem is een ander woord met dezelfde betekenis.
Hardloopster Dafne Schippers is een vedette,
een beroemd persoon, die altijd voor de winst gaat.
Overleg in tweetallen 
- Wat betekent vedette?
- Hoe weten jullie dit?

Slide 17 - Tekstslide

Een omschrijving legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit.
De meeste zuivelproducten,
bijvoorbeeld melk, kaas en kwark,
bewaar je in de koelkast.
Overleg in tweetallen 
- Wat betekent zuivelproducten?
- Hoe weten jullie dit?

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeelden leggen soms de betekenis van een onbekend woord uit.
Er staat tijdelijk een verkeerslicht op de gevaarlijke kruising, maar de buurtbewoners willen er permanent een hebben.
Overleg in tweetallen 
- Wat betekent permanent?
- Hoe weten jullie dit?

Slide 19 - Tekstslide

Een tegenstelling kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doei!
Hebben jullie nog vragen?
Of iets leuks om te vertellen? 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fictie + start 'Meer dan lezen' v1

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fictie + start 'Meer dan lezen' hv1

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fictie + start 'Meer dan lezen' th1

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies