Herhaling hoofdstuk 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Mobiele telefoon in de zak voor in de klas!

lesdoel

Aan het einde van de les heb je alle leerdoelen behaald of weet je aan welke leerdoelen je nog moet werken voor je PTA.

lesinhoud

uitleg in groepen en keuzeonderdeel

quiz met herhaling van hoofdstuk 1 en 2

uitleg in groepjes (30 min)

koers: opgave 5 + 6

hoogtelijnen en vert. doorsnede: 10 + 11 + 12

diagonalen, lichaamsdoorsnede, lichaamsdiagonaal: 14 + 16

kiezen uit: (30 min)

- maken van de herhaling (zie opgaves slide), meer mag ook

- maken van de afsluitende opgaven (A opgaven) van elke paragraaf.

- kijken van filmpjes uit de verschillende lessen

- maken van een mind map (samenvatting) over dit hoofdstuk

Ben je klaar dan kies je iets anders!

We werken in stilte!

Welke windrichting hoort bij
225 graden?

1. NO
2. ZO
3. ZW
4. NW

Huiswerk

leren SE hoofdstuk 1 en 2!

Maak om te oefenen de opgaves uit de herhaling.

Kijk de filmpjes!

3m.wi2 geen les meer. Loop even langs of mail met vragen.

Hoeveel graden is windrichting West?

1. 0 graden
2. 90 graden
3. 180 graden
4. 270 graden

wb blz 11

Hoeveel graden is de koers van
Algiers naar Napels?

Vanuit Bizerte vaar je met een
koers van 312 graden.
In welke haven kom je?

Hoe ver is die route in werkelijkheid?

Fotovraag:
Teken de schaallijn bij de vorige kaart.
Zet ook je berekening er bij.

Wat is de koers van het strand naar de snackbar?

1. Noord Oost
2. 45 graden
3. Zuid West
4. 225 graden

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =

1. 50 km
2. 0,5 km
3. 5 km
4. 5000 m

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 3.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =

1. 3000 cm
2. 30 cm
3. 3 cm
4. 30000 cm

Wat is de volgorde voor het tekenen van een verticale doorsnede?

1

2

3

4

5

6

F. Zorg dat de gewenste lijn AB horizontaal ligt

A. Teken door de punten een vloeiende lijn

B. Teken precies onder de A een verticale as

C. Teken stippellijnen naar de juiste hoogtelijnen

D. Teken een horizontale as zolang als AB

E. AB snijdt de hoogtelijnen. Zet daar stippen

Waar moet je op letten bij het tekenen van een verticale doorsnede?

1. Dat de lijn horizontaal ligt.
2. Dat stappen tussen de hoogtelijnen dezelfde stappen op de verticale as zijn.
3. Dat je vanuit de lijn loodrecht naar beneden een stippellijn tekent tot aan de juiste hoogte.
4. A, B en C zijn alledrie goed.

Op welke hoogte ligt
punt B?

1. 500 m
2. 600 m
3. 700 m
4. 800 m

Wat is het hoogste punt
op deze kaart?

1. 920 m
2. 820m
3. 720 m
4. 620 m

Als je van A naar B loopt,
loop je eerst...

1. omhoog
2. omlaag

Als je van A naar B loopt,
loop je het laatste stukje...

1. omhoog
2. omlaag

De kaart is op schaal 1 : 200 000.
Op de kaart is de afstand 5 cm.
Hoeveel km is de afstand hemelsbreed
in het echt?

1. 1 000 000 cm
2. 10 km
3. 1 km
4. 100 000 cm

De kaart is op schaal 1 : 200 000.
Op de kaart is de afstand 5 cm, dus 10 km
in het echt hemelsbreed.
Hoeveel is de afstand over de weg
ongeveer?

1. 8,3 km
2. 15 km
3. 7,5 km
4. 12 km

Wat is dit?

Hoeveel hoekpunten heeft deze piramide?

Hoe heet deze vorm in de wiskunde?

Hoe heet deze vorm in de wiskunde?

Wat is een uitslag?

Wat kun je vertellen over aanzichten?

Wat wordt bedoeld met een lichaamsdiagonaal?

De lichaamsdiagonaal is

1. AB
2. AG
3. AC
4. EG

Fotovraag:
Hoe lang is HB?

Fotovraag:
Teken vlak BCQP op ware grootte.

Opgave 38 blz 88
In de kubus is diagonaalvlak DBFH getekend.
Dat vlak is een doorsnede van de kubus.
Bereken de lengte van HF met de stelling van
Pythagoras. Rond af op één decimaal

1. 4,7 cm
2. 5,9 cm
3. 5,7 cm
4. 4,8 cm

Bereken de
lichaamsdiagonaal.

1. 6,0
2. 5,385..
3. 4,690..
4. 4,898..

De stelling van Pythagoras is ...

1. PR²+PQ²=QR²
2. PR²+QR²=PQ²
3. PQ²+QR²=PR²
4. Geen idee

Geef de aanzichten de juiste naam.

Tekst

Zij-aanzicht

Boven-aanzicht

Voor-aanzicht

b

b

vooraan

zicht

Uitzicht vanuit

punt b

zij aanzicht

Hoek S1 en hoek S2 zijn overstaande hoeken. Hoe groot is hoek S1?

1. 66 graden
2. 48 graden
3. 56 graden
4. 76 graden

Dit is een gelijkbenige driehoek. Wat weet je dan?

1. twee zijden even lang en twee hoeken even groot
2. twee zijden even lang
3. twee hoeken even groot
4. niks

In een driehoek zijn de hoeken samen... (hoekensom driehoek)

1. 180 graden
2. 360 graden
3. 90 graden