Mediawijsheid (1)

Mediawijsheid
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Mediawijsheid

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Introductie (nieuwsberichten)
- filmpje
- opdracht auteur
- filmpje
- opdracht kritisch lezen
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Doel
Lessenserie
1. Ik kan onderscheid maken tussen nepnieuws en feitelijk nieuws. 
2. Ik weet wat de gevaren kunnen zijn van nepnieuws en kan dit beargumenteren. 
Deze les
3. Ik kan nepnieuws herkennen
4. Ik kan kritisch lezen en weet wanneer iets objectief en betrouwbaar is. 
5. Ik kan bronnen beoordelen op betrouwbaarheid en objectiviteit

Slide 3 - Tekstslide


A
Nepnieuws
B
geen nepnieuws

Slide 4 - Quizvraag


A
Nepnieuws
B
Geen nepnieuws

Slide 5 - Quizvraag


Is dit nieuws of nepnieuws?
A
Nieuws
B
Nepnieuws

Slide 6 - Quizvraag


Is dit artikel nepnieuws of niet?
A
Nepnieuws
B
Geen nepnieuws

Slide 7 - Quizvraag

Dit is een nepnieuws artikel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag


A
Nepnieuws
B
Geen nepnieuws

Slide 9 - Quizvraag

Schrijf op
Schrijf in twee minuten op wat nepnieuws is en hoe je het kan herkennen. 
Deel na twee minuten jouw antwoorden met je schoudermaatje. Hiervoor krijg je 3 minuten. Zorg dat je samen tot een antwoord komt. 
timer
2:00

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat is nepnieuws en hoe herken je het?

Slide 12 - Open vraag

Werk in tweetallen. Is de uitspraak betrouwbaar? Waarom wel/niet


Wij van wc eend adviseren wc eend. 
Iemand in een witte jas zegt: "Deze tandpasta zorgt voor wittere tanden."
Iemand die doof is, schrijft over zijn dagelijkse strubbelingen. 
Docent Ilse schrijft een artikel over dat Ilse de beste docent is. 
Een docent Nederlands schrijft over taalfouten. 


timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Opdracht
Wat: Je krijgt een zestal artikelen te zien en je beslist of het nepnieuws is of niet. Je geeft twee redenen waarom dat zo is. Dit doe je eerst alleen (7 minuten), daarna in tweetallen (8 minuten).
Hoe: Alleen, tweetallen. 
Hulpmiddel: de informatie
Tijd:  15 minuten
Uitkomst: je hebt van alle artikelen bepaald of het nepnieuws is of niet. 
Klaar?: - 

Slide 15 - Tekstslide

Nepnieuws
A
als je verstandig gebruik maakt van de media.
B
is dat je je steeds een beeld vormt van iets of iemand.
C
is de vrijheid van journalisten om berichten te kunnen maken zonder eerst toestemming te vragen.
D
is verzonnen informatie die verspreid wordt om mensen te beïnvloeden.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is nepnieuws?
A
bewust onware nieuws verspreiden
B
per ongeluk onware nieuws verspreiden
C
nepnieuws is ontstaan met de komst van internet
D
term voor nieuws bedacht door Trump

Slide 17 - Quizvraag

Waarom scoren Nederlanders laag op informatie-kritische vaardigheden? (nepnieuws herkennen ed.)
A
Nederlanders zijn lager opgeleid dan gemiddeld.
B
Nederlanders hebben meer vertrouwen in instellingen en media.
C
Nederland heeft een hoger percentage analfabetisme.
D
Nederlanders zijn over het algemeen minder kritisch.

Slide 18 - Quizvraag

Hoe kan je nepnieuws herkennen? Kies de juiste 3 antwoorden
A
Controleer de datum van het bericht
B
Controleer of de schrijver betrouwbaar is
C
Controleer de lengte van het bericht: korter is minder betrouwbaar
D
Controleer de bron van het bericht

Slide 19 - Quizvraag