Chantal is lid van een schaatsvereniging.
Voor een jaarabonnement betaalt zij 40 euro.
Daarnaast betaalt ze per bezoek 3 euro.
Hierbij hoort de formule aantal bezoeken x 3 + 40 = bedrag.
Na de winter moet Chantal € 82,- betalen.
Hoe kan ze dit berekenen?
A
82 + 40 x 3 = aantal bezoeken
B
82 - 40 x 3 = aantal bezoeken
C
82 + 40 : 3 = aantal bezoeken
D
82 - 40 : 3 = aantal bezoeken