Hoofdstuk 8 paragraaf 6 Marktvormen

Welkom bij Economie
Fijn dat jullie er weer zijn.
 * Ga lekker zitten op je plek
* Mobiel is weg deze zit in één van de vakjes van de telefoontas
* Mobiel staat op vliegtuigstand of staat uit
* Hoofdstuk 8 paragraaf 5 blz. 131
* We gaan zo beginnen ...........
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Economie
Fijn dat jullie er weer zijn.
 * Ga lekker zitten op je plek
* Mobiel is weg deze zit in één van de vakjes van de telefoontas
* Mobiel staat op vliegtuigstand of staat uit
* Hoofdstuk 8 paragraaf 5 blz. 131
* We gaan zo beginnen ...........

Slide 1 - Tekstslide

Economie 
3GT
H8§6
Marktvormen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Bedrijven proberen zo veel mogelijk te verkopen. Ze strijden op de markt om de gunst van de consument. Soms hebben ze veel concurrenten en soms weinig. Soms is hun product uniek en soms proberen al hun concurrenten hetzelfde product te verkopen. Hun positie op de markt verschilt. In deze paragraaf leer je hier meer over. 

Slide 3 - Tekstslide

Markt (letterlijk)
Geheel van vraag en aanbod

Concurrentie

Slide 4 - Tekstslide

Marktvorm
Een marktvorm is het geheel van omstandigheden waaronder ondernemingen met elkaar concurreren.

Slide 5 - Tekstslide

4 marktvormen:

verschil
aantal aanbieders
aantal vragers 
de transparantie (duidelijkheid prijs en kwaliteit)
de toegankelijkheid ( hoe makkelijk kan je toetreden)

Slide 6 - Tekstslide

Monopolie

  • Monos = 1 / polein = verkopen
  • Eén aanbieder
  • Veel vragers
  • Homogeen product (producten zijn precies hetzelfde)

Voorbeeld:
De NS, bankbiljetten, elektra.

Slide 7 - Tekstslide

Je kunt makkelijk toetreden tot deze markt?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Noem nog een voorbeeld van bedrijf in deze marktvorm?

Slide 9 - Open vraag

Oligopolie
  • Weinig aanbieders en veel vragers  
  • Heterogene goederen → producenten moeten met elkaar concurreren 
  • Homogene goederen → klanten letten vooral op de prijs (er kan een prijzenoorlog ontstaan) 
  • Specialistische kennis nodig
  • toegankelijkheid beperkt
  • transparantie gering

Slide 10 - Tekstslide

Monopolistische concurrentie
  • Veel aanbieders  veel vragers
  • Producten lijken op elkaar, maar elke aanbieder is uniek
  • Voor de klant is er een verschil wie levert of wat het merk/soort is (heterogeen goed) 
  • Komt veel voor
  • bv eigenheimers, bintjes, etc

Slide 11 - Tekstslide

Volkomen concurrentie
  • Veel aanbieders en veel vragers 
  • Prijs wordt bepaald door vraag en aanbod (aandelen)
  • Het maakt de vragers niet uit wie levert (homogeen goed)

Slide 12 - Tekstslide

Aantal aanbieders
Aantal vragers
Aard van het product
Marktvorm
Voorbeeld
veel
veel
homogeen
volkomen concurrentie
Aandelenmarkt
Valutamarkt
veel
veel
heterogeen
monopolistische concurrentie
horeca
Kledingzaken
Weinig
Veel
Beide
Oligopolie
supermarkten
1
veel
Homogeen
Monopolie
Trein
Kenmerken van een marktvorm

Slide 13 - Tekstslide

Wat voor een marktvorm vormen de terrasjes in Maastricht?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolie
C
Oligopolie
D
Monopolistische concurrentie

Slide 14 - Quizvraag

Bij monopolistische concurrentie is er altijd sprake van heterogene producten.


A
juist.
B
onjuist.

Slide 15 - Quizvraag

Hieronder staan vijf marktvormen. Geef van elke martkvorm aan of het gaat om een monopolie of een oligopolie. Sleep de zinnen naar de juiste plek.







Monopolie
Oligopolie
Uitgifte van rijbewijzen
Internet
NS
Microsoft
Onderwijs

Slide 16 - Sleepvraag

Plaats de vier marktvormen in volgorde van veel concurrentie op de markt tot weinig tot geen concurrentie op de markt.
Oligopolie
Monopolie
Volkomen concurrentie
Monopolistische concurrentie

Slide 17 - Sleepvraag

Hoeveel aanbieders zijn er bij een monopolie?
A
Veel
B
Weinig
C
1

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel invloed heeft een bedrijf met een monopolie op de prijs?
A
Veel
B
Weinig

Slide 19 - Quizvraag

Voor wie is een monopolie leuk?
A
Voor de klant
B
Voor de werknemers
C
Voor de grote baas

Slide 20 - Quizvraag

Op welke markt waar vraag en aanbod samenkomt (marktvorm) zit het Bedrijf Apple in?
A
Monopolie
B
Volkomen concurrentie
C
Oligopolie
D
Monopolistische concurrentie

Slide 21 - Quizvraag

Welk product is homogeen
A
Kaas
B
Bier
C
Wijn
D
Graan

Slide 22 - Quizvraag

Welk product is heterogeen
A
Een Mars
B
Een volkorenbrood
C
Een flesje spa water
D
Aardappelen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van een monopolie
A
Veel aanbieders
B
Heterogeen product
C
Weinig aanbieders
D
Onderscheidend

Slide 24 - Quizvraag

Welke van de volgende antwoorden is geen eigenschap van de marktvorm volkomen concurrentie?
A
Veel aanbieders en veel vragers
B
Heterogeen product
C
Transparante markt
D
Vrije toe- en uittreding

Slide 25 - Quizvraag