Mavo 2 week_15

Welcome!!!!
week 15


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome!!!!
week 15


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How are you?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The plan

-Review (5min)
- Grammer presentatie (20min)
- Grammar recap(10min)
-Working for yourself (10min)








Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What did we do last time?
?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammer presentatie 10 min

Yara,  Beau,  Milou, Babette & Yalissa
Past simple & past continuous


Quinn, Splinter, Bram, Jim & Kick
Present simple & present continuous

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammer presentatie 10 min
  
Next class:
Benjamin,  Steef,  Thijmen &  Kieran
Relative pronouns
Anouck,  Chloe,  Angela, Pierra &  Emy
The imperative




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Todays's goal
Preparing for the grammer test 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relative pronouns
Betrekkelijke voornaamwoorden: who, which, that, those

Functie:
- Zinnen aan elkaar koppelen
- je verwijst ermee naar personen, dieren of dingen die al eerder genoemd zijn

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relative pronouns
- Who/that bij personen
- Which/that bij dieren en dingen
- Whose geeft bezit aan (van wie)

Voorbeelden:
The teacher whose calculator I stole is my maths teacher.
The singer who/that gave the show is very impressive
The food which/that was left on the counter was eaten by the cat.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relative pronouns
  • Verwijzen terug naar een eerder genoemd woord
  • Verbinden twee zinsdelen aan elkaar
  • Een betrekkelijke bijzin geeft extra informatie over iets of iemand.


Martin played Tennis with Sophie, who was slightly injured.





relative pronoun
Noa sold her phone, which was old and damaged.
relative pronoun

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

This is the boy _____ had an accident.
A
who
B
which
C
whose

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Yesterday I saw the car ____ was used for the fast and the furious.
A
who
B
which
C
whose

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The boy ………... cat has just died will stay at home today.
A
whom
B
which
C
whose
D
that

Slide 13 - Quizvraag

Cat is bezit
We had spaghetti for dinner last night, .... is my favourite meal.
A
whom
B
whose
C
which
D
who

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Imperatives
The imperative is what we in Dutch call:
de gebiedende wijs.

So the imperative is used to instruct people, to tell them what to do. Of course you can also tell people NOT to do something. 

For example: Do speak/ Do not speak!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Imperative 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which sentence is written in the imperative?
A
Run away! As fast as you can!
B
Can you run away, please?
C
My mother never told me to run.
D
Did he run away?

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which sentence gives an order?
A
Could you stay away from the fire, please?
B
Don't go near the fire!
C
You can not go near the fire!
D
We must put out the fire!

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

If you don't understand the imperative yet:
Come to a workshop!
Ask questions!
Don't be embarrassed!
Practise the imparative!
Use the imparative at home!
Tell your little brother/sister to get you a drink!
I'll see you at 13.15!
If you don't understand the imparative:
-Ask questions!
-Make notes!
-Don't be embarrassed!
-Practise your grammar!
-Use the imperative at home!
-Tell your kid brother/sister to get you a drink!
- Make your Eastern Holiday great!! 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Working for yourself
1. Finish your summary

2. Practice 
3. Presentation


timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The grammar test
When will we do a grammar test? 

20th of May

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework / Recap
Homework
Homework: Finish your grammer summary
Next class presentation: 21 of April 
Benjamin Steef Thijmen Kieran
Relative pronouns
Anouck Chloe Angela Pierra Emy
The imperative

















Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I’ve lost the money _______ my mum gave me!
A
which
B
who

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

That’s the museum _______ has some really old jewellery.
A
which
B
who

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies