Pöezieanalyse Les 2: Beeldspraak - metaforen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel: 
Aan het eind van deze lessenserie kun je: 
  • gedichten analyseren op vorm;
  • vertellen welke vormen van beeldspraak er zijn;
  • vertellen welke stijlfiguren er zijn;
  • en daarmee gedichten analyseren op inhoud.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
is - licht / raak - smaak zijn vormen van:

Slide 3 - Open vraag

Hoe zat het ook alweer?
vacht - varen / binnen - buiten zijn vormen van:

Slide 4 - Open vraag

Hoe zat het ook alweer?
Hoe heet een groepje versregels dat bij elkaar hoort?

Slide 5 - Open vraag

Hoe zat het ook alweer?
Uit hoeveel regels bestaat een sextet?

Slide 6 - Open vraag

Hoe zat het ook alweer?
Uit hoeveel versregels bestaat een sonnet?

Slide 7 - Open vraag

Lesdoel deze les: 
Aan het eind van deze les weet je welke vier soorten beeldspraak op basis van vergelijking met de werkelijkheid er zijn en kun je hier voorbeelden van noemen. 

Slide 8 - Tekstslide

Beeldspraak
  • Ik ben ook niet van steen.
  • Jij ziet er uitgeblust uit. 
  • Add a little confetti to each day. 
  • De eredivisie is dood; het leven is eruit. 
  • Coronavirus legt nieuwe bom onder economie.  

Slide 9 - Tekstslide

Beeldspraak 
Bij beeldspraak wordt wat letterlijk bedoeld wordt (het object) aangeduid met een figuurlijk bedoeld woord of woordgroep (het beeld).

Er zijn verschillende vormen van beeldspraak: 
1. vergelijking (met als/van of asyndetische vergelijking)
2. metafoor
3. personificatie
4. synesthesie

Slide 10 - Tekstslide

Expertgroep deel 1
De klas wordt verdeeld in groepjes van 4. Ieder groepslid verdiept zich in een ander onderdeel: 
1. vergelijking (met als/van of asyndetische vergelijking)
2. metafoor
3. personificatie
4. synesthesie
Opdracht: ieder voor zich bedenkt een uitleg en een voorbeeld. 

Slide 11 - Tekstslide

Expertgroep deel 2
De klas verdeelt zich opnieuw: alle groepsleden 1 gaan bij elkaar zitten, alle groepsleden 2 gaan bij elkaar zitten, etc. 

Opdracht: Bedenk samen de beste uitleg en zoveel voorbeelden als nodig zijn om het duidelijk & compleet uit te leggen. 

Slide 12 - Tekstslide

Expertgroep deel 3
Iedereen gaat weer terug naar het eerste groepje. 

Opdracht: jullie leggen aan elkaar de volgende onderdelen uit: 
1. vergelijking (met als/van of asyndetische vergelijking)
2. metafoor
3. personificatie
4. synesthesie

Slide 13 - Tekstslide

Dus:
Dat is een wolk van een baby.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 14 - Quizvraag

Dus:
In deze apotheek verkopen wij wapens tegen rimpels.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 15 - Quizvraag

Dus:
Ik ben bang dat ik pas in mei uit mijn donkere hol kruip.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 16 - Quizvraag

Dus:
De toekomst lacht ons toe.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 17 - Quizvraag

Dus:
Ik voel me als een kerstboom zonder piek.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 18 - Quizvraag

Dus:
Dat wordt een pittig gesprek dadelijk!
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Oefenen!
Pak je lesbrief erbij op blz. 7-8
en maak opdracht 3 

Slide 21 - Tekstslide