V1 intro 1

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bonjour classe

Bonjour Classe! Je m'appelle Annet.

Je suis votre prof de français. 

(Ik ben jullie Franse lerares). 

Comment je m'appelle? 

Hoe heet ik? 

Je m'appelle comment?

1. Tu t'appelles Jacqueline
2. Tu t'appelles Annet
3. Tu t'appelles Françoise
4. Tu t'appelles Carmen

Je (als in 'je m'appelle') betekent?

1. ik
2. jij
3. hij
4. zij

Tu (als in 'tu t'appelles') betekent?

1. zij
2. hij
3. ik
4. jij

Comment toi, tu t'appelles?
Hoe heet JIJ (met nadruk)?

Comment ça va?

Ta réponse est:

1. Je m'appelle
2. ça va très bien
3. Ça va très
4. ça bien

Vroeger, heel vroeger, spraken mensen in Europa vloeiend andere talen. Zo sprak men in Nederland een tijd lang heel goed Frans. 

Op die manier zijn er veel Franse woorden in de Nederlandse taal terecht gekomen (en in de Engelse taal nog veel meer!). We noemen dat LEENWOORDEN. 

Klik op deze link (of kopieer hem en zet hem in je browser) en kijk of jij ze kunt vinden...

https://www.defransejuf.nl/online-oefening-vind-de-15-franse-leenwoorden/

Welke heb je onthouden? 

PRONONCIATION - uitspraak

Auto

Ambulance

Boulevard

Gourmetten

Croissant

Diner

Douche

Etui

Mayonaise

Welke Franse uitspraak hoor je in de genoemde leenwoorden?

VOORBEELDEN VAN UITSPRAAK

Auto                        -->  oo

Boulevard              --> oe

Gourmettent        --> oe

Douche                  -- > oe

Champignon        --> sj

Croissant               --> wa 

Diner                     --> ee

Etui                        --> ui

Mayonaise              -->  e (als in 'het')

Oefen thuis ook met de uitspraak op de website die hierna volgt. 

LESBOEK: GRANDES LIGNES HAVO VWO 1

1. Livre de textes. a

Hierin staan alle 'bronnen' zoals teksten en theorie (grammatica).

2. Livre d'exercises.

Hierin staan de oefeningen die bij de bronnen horen. 

De bronnen heten: A, B, C, D, E, F, G, G, I, J 

Woordenlijst staat in het Livre d'exercises na de oefeningen van ieder hoofdstuk. Dus van hoofdstuk 1 op p. 40, 41, 42. 

Grandes Lignes 'en ligne'  =

Grandes Lignes online. 

Hier kun je alle oefeningen nog een keer maken en de antwoorden bekijken, slim stampen en al het naslagwerk vinden. 

Ga naar MAGISTER --> LEERMIDDELEN.

Klik het boek Grandes LIgnes aan en daarna het boek Grandes Lignes havo vwo 1. 

LES DEVOIRS (HET HUISWERK) pour le 8 février

• MAKEN OPDRACHTEN 1 TOT EN MET 3
  
• OEFENEN MET UITSPRAAK (ZIE DIA 18) 
• OPSTUREN GMAILADRES VIA MAGISTER MAIL. 

Jeudi (donderdag) le 11 février

Les devoirs (huiswerk) pour aujourd'hui (vandaag) was: 

Maken exercises 4,5,6,7. 

On révise ...

Une glace = ...

1. een spiegel
2. een ijsje
3. een glas
4. een geglaceerd koekje

un cheval =

1. een hond
2. een flamenco
3. een stier
4. een paard

Het Franse woordje 'je' betekent in het Nederlands

1. jij
2. ik
3. je
4. wij

J'achète une glace =

1. ik koop een ijsje
2. ik wil een ijsje
3. ik verkoop een ijsje
4. ik haal een ijsje

tu = ...

1. hij
2. jij
3. wij
4. jullie

Tu parles bien français!

1. Je kent Frankrijk goed!
2. Je spreekt goed Frans!
3. Ga je naar Frankrijk?
4. Ben jij Frans?

parler français =

1. Frans spreken
2. Frans zijn
3. naar Frankrijk gaan
4. In Frankrijk zijn

La France

1. Frans
2. Frankrijk

Le français =

1. het frans (de taal)
2. Frankrijk
3. frans
4. jongensnaam

Regarde!!! =

1. Wacht!
2. Pak aan!
3. Kijk!
4. Luister!

allemand =

1. alleman (iedereen)
2. niemand
3. engels
4. duits

Je suis =

1. Jij bent
2. ik ben Zwitsers
3. jij bent Zwitsers
4. ik ben

Hoe zeg je in het Frans: jij bent?

1. je suis
2. il est
3. tu es
4. tu vas

Hoe zeg je in het Frans: 'ik begrijp het niet'?

1. Je n'achète pas
2. Je ne comprends pas
3. Non!
4. Pas!

Répond (geef antwoord)IN HET FRANS
Comment tu t'appelles?

Répond (geef antwoord) IN HET FRANS.
Tu es français?

Répond (geef antwoord op de vraag - IN HET FRANS)
Tu parles anglais?

NIEUWE WOORDEN 

Où = waar 

Où? = waar?  uitspraak: als in douche

Je suis en vacances à = Ik ben op vakantie in

C'est (ce est) = dat is, het is

Dans le nord = in het noorden (le sud, l'est, l'ouest)

g

Nous sommes = wij zijn

près de = dichtbij

la piscine = het zwembad

Un copain = een vriend

Heureusement = gelukkig

deux = twee

deuxième = tweede

vous êtes = jullie zijn, u bent

il y a = er is, er zijn (in het Spaans: hay) 

Bonjour Annet! 

Je suis en France.

Je suis à la plage. C'est cool! Il y a des chevaux (mv van cheval), des taureaux, des flamants roses.... 

Mon copain s'appelle Justin. Il est américain. Il parle anglais.  Voici une photo de Justin! 

Où êtes vous en vacances? 

Au revoir! 

Bowie 1C

Où est Bowie

1. En Angleterre
2. En France
3. En Hollande
4. En Belgique

Bowie et Justin sont à la plage?

1. oui
2. non

Bowie et Justin sont en Camargue?

1. Non, il sont à Paris.
2. Oui, il y a des taureaux, des chevaux, des flamants roses.
3. Non, il sont en Espagne.
4. Oui, il y a la plage.

Qui est Justin?

1. Justin est le copain de Bowie.
2. Justin est le père de Bowie.

Les devoirs (huiswerk) 

pour lundi 15 février:

Maken: opdrachten 8, 9, 10, 11 bij tekst B.