Cluster: het heelal

• Woordenschat
• Basisschool
• Groep 5

Doel

Na deze les kan ik een zin maken met 

minimaal een van de nieuwe woorden. 

• het heelal
  

het heelal

De ruimte om de aarde, de maan, de zon, de planeten en de sterren heen.

• de planeten
  

de planeten

Bollen in het heelal die om de zon draaien. Bijvoorbeeld de aarde, jupiter en saturnus. 

• het ruimteschip
• lanceren
• de astronaut
• de ruimtevaarder

het ruimteschip:

Hiermee kun je door de ruimte reizen. 

lanceren:
Iets de ruimte of de lucht in schieten. 

de astronaut/ de ruimtevaarder
Iemand die op reis gaat door de ruimte. 

Aantreffen 

Benieuwd zijn

De proef op de som nemen

Verkennen

Vastberaden zijn

Van bovenaf

• Iets zien op een bepaalde plek.
• Als je iets graag wilt weten.
• Kijken of iets echt klopt. 
• Goed om je heen kijken op een nieuwe plek
• Als je zeker weet dat je iets wil gaan doen. 
• Als je van een hoog punt naar beneden kijkt. 

De aarde

De planeet waar alle mensen op leven. 

Het zonnestelsel

De zon en alle planeten bij elkaar. 

Het ruimtestation

In het ruimtestation doen meerdere astronauten onderzoek. 

Blok 5 week 1 les 1

Maak opgave 1 t/m 5 met je schoudermaatje. 

Gooi de dobbelsteen!

Wat was het doel?                                                                     Wat was het doel?

Hoe ging het samenwerken?                                               Kon je je concentreren?

Wat vond je moeilijk?                                                                Wat lukte goed?