‹Terug naar zoeken

1.4. Waar blijft alle grind, zand en klei?

1.4 Waar blijft alle zand, grind, klei?

1 / 40

Slide 1: Tekstslide

AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Lesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.4 Waar blijft alle zand, grind, klei?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een V-dal. Wat is verantwoordelijk voor een dal als dit?

A

Rivier

B

Gletsjer

C

mechanische verwering

D

chemische verwering

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde?

A

Sedimentatie-erosie-verwering

B

Erosie-verwering-sedimentatie

C

Verwering-erosie-sedimentatie

D

Erosie-sedimentatie-verwering

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg in eigen woorden uit: wat is het verschil tussen verwering, erosie en sedimentatie?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke letter vindt de meeste verwering plaats?

A

A

B

B

C

C

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.4. WAAR BLIJFT ALLE GRIND, ZAND EN KLEI?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit moet je weten na afloop van de paragraaf

Je weet op welke manier zandbanken, duinen, een delta en een estuarium worden gevormd.
Je begrijpt dat in een laagvlakte sedimentatie optreedt en dat uit samengeperste sedimenten na lange tijd sedimentgesteenten ontstaan.
Je kunt met behulp van een foto de naam en een aantal kenmerken van sedimentgesteente benoemen.

Begrippen: benedenloop, laagvlakte, middenloop, sedimentatie, delta, estuarium, zandbanken, strand, aanslibbingskusten, duinen, sedimentgesteente, zandsteen, schalie.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht

- Ga in de atlas op zoek naar de rivieren die het laagland in Europa hebben gecreëerd ( Welke rivieren> wel laagland?).

- Bedenk voor minstens twee Europese landen zo'n rivier en benoem in welk land de bron van de rivier te vinden is.

Bedenk twee gevolgen voor de lage landen als de aarde opwarmt. Zowel op lange als korte termijn.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk voor minstens drie Europese landen een rivier en benoem in welk land de bron van de rivier te vinden is.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk twee gevolgen voor de lage landen als de aarde opwarmt.
Zowel op lange als korte termijn.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het stroomgebied van de Po

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De geboorte van rivier de Po

Haar eerste meters, welk sediment?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- waarom is de rivier nog zo smal?

- wat valt op aan de loop van de rivier?

Slide 13 - Tekstslide

Wandelaars volgen de Po stroomafwaarts

Slide 14 - Tekstslide

Via een aantal watervallen stroomt de rivier het gebied van de gemeente Crissolo binnen. De Po heeft dan sinds de bron een hoogteverschil van 700 meter overbrugt. Op zonnige dagen is het hier langs beide oevers goed vertoeven.

- Bedenk waarom de rivier op zeker moment veel breder wordt, gedurende een groot deel van het jaar1

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boeren gebruiken veel van het grondwater om hun land te irrigeren, wat betekent dat voor het water van de rivier?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rivier gaat meanderen door erosie en sedimentatie. Kun je dat op de afbeelding zien?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je zien dat dit de benedenloop van de rivier is?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasen van erosie en sedimentatie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaanswijze delta

Transport van zand en klei (verweringsmateriaal)
Stroomsnelheid neemt af
Zand en klei bezinkt (sedimentatie)
Rivierbedding raakt verstopt
Rivier maakt nieuw doorgang naar de zee.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde rivier

Delta of Estuarium

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delta:

stroomsnelheid rivier stopt (door zee)
Al het sediment zakt naar de bodem
door ophoping ontstaat nieuw land
de rivier zoekt een nieuwe weg als de monding is dichtgeslibt.

Estuarium:

Hoge stroomsnelheid langs kust, sediment wordt meegenomen

of

bij vloed dringt zeewater de rivier in

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Bosatlas

Bij de vorige opdracht heb je drie rivieren opgezocht.

Zoek nu in de atlas op waar de rivieren in de zee uitmonden.

Is dat een delta of een estuarium? Hoe kun je dat zien?

antwoorden volgende dia!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek nu op waar de rivieren in de zee uitmonden. Is dat een delta of een estuarium? Hoe kun je dat zien?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Kaart

Deze slide heeft geen instructies

De zee en het strand

zand wordt door de rivier afgezet bij de monding.
De zee neemt het mee> zandbanken
de zee neemt het water mee en zet het weer af langs de kust.> aanslibbingskust.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke letter geeft de laagvlakte aan?

A

A

B

B

C

C

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

middenloop

bovenloop

benedenloop

zand

klei

rotsen

grind

erosie

verwering

sedimentatie

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je hier?

A

Bovenloop

B

Middenloop

C

Benedenloop

D

Delta

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schalie

Kalksteen

Zandsteen

Schelpen

Klei

Zand

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan herken je sedimentgesteente?

A

Laagjes/schalie

B

Stolling

C

Fossielen

D

Los materiaal

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

- Je weet op welke manier zandbanken, duinen, een delta en een estuarium worden gevormd.

- Je begrijpt dat in een laagvlakte sedimentatie optreedt en dat uit samengeperste sedimenten na lange tijd sedimentgesteenten ontstaan.

- Je kunt met behulp van een foto de naam en een aantal kenmerken van sedimentgesteente benoemen.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
In hoeverre begrijp je nu de stof uit 1.4 en heb je de leerdoelen behaald?

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Heb je de leerdoelen behaald?

😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1.4. Waar blijft alle grind, zand en klei?

Oktober 2023 - Les met 38 slides

AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

1.4. Waar blijft alle grind, zand en klei?

Januari 2024 - Les met 28 slides

AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

1.4 Waar blijft alle grind, zand en klei? H/V

September 2022 - Les met 40 slides

AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

1.4. Waar blijft alle grind, zand en klei?

November 2022 - Les met 44 slides

AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

1.4. Waar blijft alle grind, zand en klei?

Oktober 2022 - Les met 44 slides

AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

1.4. Waar blijft alle grind, zand en klei?

September 2023 - Les met 46 slides

AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

H/V2 1.4. Waar blijft alle grind, zand en klei?

Oktober 2024 - Les met 37 slides

AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

§1.4 Waar blijft alle grind, zand en klei?

Juni 2021 - Les met 19 slides

AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2