BS p1 les 3

Burgerschap Sociaal maatschappelijke dimensie
Lesweek 3
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap Sociaal maatschappelijke dimensie
Lesweek 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diversiteit

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Terugblik les 2  multiculturele samenleving 
Thema diversiteit
Stereotypen en stigma's 
Groepjes maken voor de eindopdracht

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een multiculturele samenleving ontstaat onder andere door immigratie. Welke redenen ken jij voor immigratie?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat past bij integratie?
Wat past bij integratie?
A
Extra Nederlandse taallessen
B
Aparte scholen voor migranten
C
Onderwijs in eigen taal
D
In een ander land gaan wonen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Segregatie <---> integratie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
Diversiteit
schrijf het eerste wat in je opkomt
Denk niet te lang na

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 'diversiteit'?
'Diversiteit'

'Diversiteit is het verschil tussen mensen, zichtbaar en onzichtbaar.' 




Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is alle diversiteit zichtbaar?
Ja!
Nee!

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welke diversiteit is er in deze klas denk je?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zichtbare en onzichtbare diversiteit
Wat zijn voorbeelden van zichtbare diversiteit?
Wat zijn voorbeelden van onzichtbare diversiteit?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diversiteit in een klas
Zichtbare diversiteit
Onzichtbare diversiteit
Huidskleur
Leeftijd
Kleding
Lengte


Thuissituatie
Ontwikkelingsstoornissen
Gedragsstoornissen
Financiële situatie 
Broodtrommel 
Talenten
Normen en waarden
Culturele achtergrond
Genderbeleving
Seksuele voorkeur

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diversiteit
  • Discriminatie = 
  • Vooroordeel = 
  • Stereotype = 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diversiteit
  • Discriminatie = het maken van onderscheid en is wettelijk verboden. 
  • Vooroordeel = een oordeel of iemand zonder dat je hem/haar kent 
  • Stereotype = overdreven, simpel en negatief van een bepaalde groep

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordelen Nederlanders

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

waar zijn stereotype op gebaseerd
A
Vooroordelen
B
Discriminatie
C
Bepaalde kenmerken die de hele groep heeft
D
Subjectieve feiten

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijking stereotype/vooroordeel
Stereotype
Vooroordeel
  • Kenmerk van de groep wordt sterk overdreven
  • Kan zowel positief als negatief zijn
  • Als stereotypen als waarheid worden gezien
  • Is altijd negatief

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van een stereotype.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afstemmen op verschillen
Door je bewust te zijn van je eigen culturele achtergrond en die van anderen, kun je je begeleiding afstemmen op culturele verschillen.

Slide 22 - Tekstslide

Cultuurkennis vergaren: Investeer tijd en moeite om kennis op te doen over verschillende culturen. Leer over de waarden, normen, overtuigingen, tradities en gebruiken die relevant zijn voor de mensen die je begeleidt.

Luisteren en empathie tonen: Toon oprechte interesse en luister actief naar de ervaringen en perspectieven van je cliënten. Laat hen hun verhaal delen en erken de uniciteit van hun culturele achtergrond.

Vermijd generalisaties en stereotypen: Behandel elke cliënt als een individu en vermijd generalisaties of stereotypen op basis van hun culturele achtergrond. Erken de diversiteit binnen elke cultuur en wees voorzichtig met het maken van aannames.

Flexibiliteit in benadering: Wees bereid om je benadering aan te passen aan de culturele behoeften en voorkeuren van je cliënten. Dit kan betrekking hebben op communicatiestijlen, taalgebruik, lichaamstaal, interpretatie van emoties en omgang met autoriteit.

Inclusieve hulpbronnen en materialen: Zorg ervoor dat de gebruikte hulpbronnen en materialen inclusief zijn en rekening houden met culturele diversiteit.

Samenwerking en partnerschap: Werk samen met cultureel competente professionals of organisaties die gespecialiseerd zijn in het werken met specifieke culturele groepen. 
Doe de hokjesdenktest!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stigmatisering
  • Een begrip wat ook belangrijk is om te kennen is stigmatiseren. Hier wordt mee bedoeld dat men een groep als geheel een bepaald negatief kenmerk toekent. 
  • Als een stigma eenmaal is ontstaan werkt het als een soort brandmerk. 
  • Zo worden hele volken gelabeld met eigenschappen waar ze nauwelijks invloed op hebben.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eindopdracht doe je in hetzelfde groepje als van project samenwerkend leren

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies