B3

Neem je laptop en boek blz. 99 voor je
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Neem je laptop en boek blz. 99 voor je

Slide 1 - Tekstslide

Waarnemen van geur
  • geurstoffen 
  • neusholte
  • reukharen
  • reukzintuigcellen
  • reukzenuw

Slide 2 - Tekstslide

Smaakzintuig

Slide 3 - Tekstslide

De tong
  • oppervlakte van de tong
  • smaakzintuigen
  • smaakknopjes
  • 5 verschillende smaken

Slide 4 - Tekstslide

Thema 5 Waarneming, gedrag en regeling
B1 Je omgeving waarnemen
B2 Voelen, ruiken en  proeven
B3 Horen en zien
B4 Het zenuwstelsel
B5 Gedrag
B6 Regeling

Slide 5 - Tekstslide

5 minuten stil lezen B3
Lees de theorie op blz. 99 (horen)

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen B3
1. Je kunt delen van je oor benoemen met de functie.

2. Je kunt de bouw en werking van het oog beschrijven.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

(H)oren
1. Een geluidsprikkel wordt ontvangen door de zintuigcellen in het oor.

2. In de gehoorzintuig wordt de prikkel omgezet in een impuls.

3. Het impuls wordt verzonden via je zenuwen naar de hersenen.

-> Je neemt geluid waar (waarnemen).

Slide 9 - Tekstslide

Buis van Eustachius
Buisje tussen trommelholte en keelholte.

Zorgt ervoor dat de luchtdruk aan beide zijdes gelijkt blijft.

Bijvoorbeeld door slikken of gapen.

"Dicht klappen van je oren op grote hoogte, bijvoorbeeld in een vliegtuig"

Slide 10 - Tekstslide

slakkenhuis
zenuw
oorschelp
trommelvlies

Slide 11 - Sleepvraag


Geluid komt je oor binnen. In welk rijtje staan de onderdelen die het geluid tegenkomt in de juiste volgorde?
A
Gehoorgang - trommelvlies - slakkenhuis - gehoorbeentjes
B
Gehoorgang - trommelvlies - gehoorbeentjes - slakkenhuis.
C
Gehoorgang - gehoorbeentjes - trommelvlies - slakkenhuis
D
Gehoorgang - gehoorbeentjes - slakkenhuis - trommelvlies

Slide 12 - Quizvraag

Het oor heeft als taak prikkels op te vangen.
Wat is de adequate prikkel voor het oor?
A
geur
B
druk
C
licht
D
geluid

Slide 13 - Quizvraag

Welk deel van je oor vangt geluidstrillingen op?
A
Trommelvlies
B
Gehoorgang
C
Slakkenhuis
D
Oorschelp

Slide 14 - Quizvraag

Wat gaat er trillen als er geluid je oor in komt?
A
oorschelp
B
zenuw
C
slakkenhuis
D
trommelvlies

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de functie van de gehoorbeentjes?
A
Verbinden van het oor met de keelholte
B
Trillingen doorgeven aan het slakkenhuis

Slide 16 - Quizvraag

In welk gedeelte van het oor liggen de gehoorzintuigen?
A
Slakkenhuis
B
Trommelvlies
C
Gehoorbeentjes
D
Buis van Eustachius

Slide 17 - Quizvraag

Welk deel van het oor geeft de impulsen van de zintuigcellen door aan de hersenen?
A
Gehoorzenuw
B
Gehoorbeentjes
C
Buis van Eustachius
D
Slakkenhuis

Slide 18 - Quizvraag

Als je een piep in je oor hebt nadat je bij harde muziek hebt gestaan dan....
A
Is je trommelvlies gescheurd
B
Is je oorschelp beschadigd
C
Is een trilhaartje in je oren beschadigd
D
Denken je hersenen de de muziek er nog is.

Slide 19 - Quizvraag

Wat verbind de trommelholte met de keelholte?
A
Slakkenhuis
B
Gehoorgang
C
Buis van Eustachius
D
Oorschelp

Slide 20 - Quizvraag

Verwerking van de stof
Maken: opdr. 1, 2 en 8 van 5.3 online 
Gebruik de theorie uit je boek 

Eerste 5 minuten iedereen stil en blz. 99 voor
Daarna eventueel fluisteren

Klaar? Maak opdracht 6 in je schrift


Slide 21 - Tekstslide

Neem je laptop en boek blz. 100 voor je

Slide 22 - Tekstslide

Gehoorzenuw
slakkenhuis
gehoorbeentjes
evenwichts orgaan
trommelvlies
buis van Eustachius
oorschelp
gehoorgang

Slide 23 - Sleepvraag

Thema 5 Waarneming, gedrag en regeling
B1 Je omgeving waarnemen
B2 Voelen, ruiken en  proeven
B3 Horen en zien
B4 Het zenuwstelsel
B5 Gedrag
B6 Regeling

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen B3
1. Je kunt delen van je oor benoemen met de functie.

2. Je kunt de bouw en werking van het oog beschrijven.

Slide 25 - Tekstslide

10 minuten stil lezen B3
Lees de theorie op blz. 100 t/m 102 (zien)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Zien met je ogen
De bouw van de ogen
Door de pupil komt licht het oog binnen

Achter de pupil ligt de lens: zorgt ervoor dat je scherp kunt zien

Slide 28 - Tekstslide

De werking van het oog

Slide 29 - Tekstslide

Bouw van het oog
De bouw van de ogen
Het oog bestaat uit drie lagen: 
  • harde oogvlies
  • vaatvlies
  • netvlies

Slide 30 - Tekstslide

De bouw van de ogen
In het netvlies ligt de gele vlek: hiermee kun je het scherpst zien

De plek waar de oogzenuw het oog verlaat is de blinde vlek

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Werking oog

Slide 33 - Tekstslide

Pupilreflex

Regelt de hoeveelheid licht die het oog binnen valt

Slide 34 - Tekstslide

Zien

De lens kan boller en platter worden, zodat het licht precies op het netvlies valt

Slide 35 - Tekstslide

Bijziend & Verziend
De werking van de ogen
Bijziend: ziet dichtbij scherp. De lens is te bol of de oogbol is te lang

Verziend: ziet in de verte scherp. De lens is te plat of de oogbol te kort

Slide 36 - Tekstslide

Negatief & postief
De werking van de ogen
Bijziend: ziet dichtbij scherp
  • negatieve bril nodig

Verziend: ziet in de verte scherp
  • positieve bril nodig

Slide 37 - Tekstslide

Gezichtsbedrog
• Soms denk je iets te zien, terwijl het in werkelijkheid anders is. 

 • Je hersenen vertalen iets wat je ziet naar iets dat je kent

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Verwerking van de stof
Maken: opdr. 3, 4, 5, 7,  9 t/m 11 van 5.3 online 
Gebruik de theorie uit je boek 

Eerste 5 minuten iedereen stil en blz. 100 voor
Daarna eventueel fluisteren

Klaar? Maak de test jezelf van 5.3


Slide 40 - Tekstslide