Het is 1874 en Pijke Slim is elf jaar wanneer zijn moeder overlijdt. Dan belooft zijn stiefvader hem een opleiding bij professor Emmerdeur in de stad. Ondanks zijn verdriet is Pijke ook blij: hij mag leren en hoeft niet langer boerenwerk te doen, precies zoals zijn moeder wilde. Maar eenmaal aangekomen in Den Haag blijkt dat hij aan het werk moet als sigarendraaier, om de schulden van zijn stiefvader af te lossen.