Lezen H3: Tekstverbanden en signaalwoorden

Welkom 2A!
Doelen:
- Ik kan tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden
- Ik kan opsommingen en tegenstellingen herkennen aan de hand van 

Eerst: even opfrissen!
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2A!
Doelen:
- Ik kan tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden
- Ik kan opsommingen en tegenstellingen herkennen aan de hand van 

Eerst: even opfrissen!

Slide 1 - Tekstslide

- stillezen
- lesstof behandelen via LessonUp (tekstverbanden)
- samen starten H3 opdr. 4
- zelfstandig aan de slag met huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Wat doe ik bij verkennend lezen?

Slide 3 - Woordweb

Welke signaalwoorden ken je?

Slide 4 - Woordweb

Wat weet je van tekstverbanden
en signaalwoorden?

Slide 5 - Woordweb

Tekstverbanden en signaalwoorden
Woorden, zinnen en alinea's in een tekst hebben met elkaar te maken. Dat heet samenhang of tekstverband.

Tekstverbanden kun je herkennen aan signaalwoorden.


Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden van tekstverbanden
Opsommend:
ten eerste, ten tweede, ook, om te beginnen, verder, ten slotte,  daarnaast, en, bovendien. 
Ook liggende streepjes, getallen of dots.

Rowan heeft veel hobby's: ten eerste is hij gek op gitaarspelen. Daarnaast houdt hij van drummen en hockeyen. 

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden van tekstverbanden
Tegenstellend:
maar, tegenover, hoewel, echter, toch, daarentegen, 
daar tegenover, aan de ene kant ... aan de andere kant.

Lieke is supergoed in wiskunde en muziek, maar Engels en Duits vindt ze ontzettend moeilijk.

Slide 8 - Tekstslide

Welk tekstverband?

Veel mensen klagen als het waait en regent, maar ik houd juist van dat onstuimige weer.
A
concluderend
B
tegenstellend
C
oorzakelijk
D
opsommend

Slide 9 - Quizvraag

Welk tekstverband?

Lidewij is gek op chips en koekjes. Daarnaast smult ze graag van gebakjes en ijs.
A
samenvattend
B
opsommend
C
oorzakelijk
D
concluderend

Slide 10 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak Lezen H3 opdracht 4 + H4 opdracht 1
Nieuw Nederlands Online
óf
Uit het boek, vanaf blz. 64 en blz. 90

De opdracht moet vóór het begin van de les van donderdag af zijn.

Slide 11 - Tekstslide