CH1 GS, Project

Welcome back everybody!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welcome back everybody!

Slide 1 - Tekstslide

check homework
Remember:
  • use a pencil to write in your book
  • use a red pen for corrections

Slide 2 - Tekstslide

homework today:
BTG 3: 1,2,3b,4b,5

BTG 4: 1,2,4b,5

Slide 3 - Tekstslide

Weekly task
DO:
Chapter 1: ex 2, 3, 4, 5, 30b,c,d, 31, 32, 33, 34 (p. 44-63)

Write 10 sentences about your hobbies, interests, pets, friends, sports, favourite books & films, primary school etc.

Study:
Words: Chapter 1A (page 82) (N-E + E-N)





Slide 4 - Tekstslide

Let's practice!
Make sure to only use your phone for these exercises!

When you finish, you put the phone back in the bag :-)

Slide 5 - Tekstslide

My sister has a dog. It's ____ dog.
A
our
B
my
C
their
D
her

Slide 6 - Quizvraag

I went on a holiday with my family. _________ holiday was a lot of fun!
A
his
B
our
C
her
D
their

Slide 7 - Quizvraag

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
my friends and I
A
I
B
they
C
we
D
you

Slide 8 - Quizvraag

I
You
She/he/it
We
They
Am
Are
Are
Are
Is

Slide 9 - Sleepvraag

I have a pen --> This is             pen --> This pen is 

She has a car --> that is              car --> That car is              
We have a ball -> That is              ball -> That ball is 
our
mine
hers
my
her
ours
his
it
its
their
theirs
your
yours

Slide 10 - Sleepvraag

Opdracht 1: Sleep de Engelse woorden naar de juiste kleuren.
yellow
blue
black
grey
red
green
white
orange
pink
brown

Slide 11 - Sleepvraag

Vertaal naar het Engels:
vijftien

Slide 12 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
twaalf

Slide 13 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
acht

Slide 14 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
twee

Slide 15 - Open vraag

Susan and Mike are twins.
____ birthday is in May
A
they
B
their
C
her
D
his

Slide 16 - Quizvraag

I love the Harry Potter books.
The Harry Potter books are ... favourite


Slide 17 - Open vraag


Is this Emily's room? – Yes, it's ___.

Slide 18 - Open vraag

Put the months of the year in the right order.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
January
December
October
March
May
August
November
February
April
June
September
July

Slide 19 - Sleepvraag

child
apple
house
uniform
hour
M&M
A
A
A
An
An
An

Slide 20 - Sleepvraag

bedroom
bathroom
bedroom
kitchen
living room
dining room

Slide 21 - Sleepvraag

Slide 22 - Tekstslide

Weekly task
DO:
Chapter 1: ex 2, 3, 4, 5, 30b,c,d, 31, 32, 33, 34 
(p. 44-63)

Write 10 sentences about your hobbies, interests, pets, friends, sports, favourite books & films, primary school etc.

Study:
Words: Chapter 1A (page 82) (N-E + E-N)



Slide 23 - Tekstslide

Chapter 1

Slide 24 - Tekstslide

Getting Started
Family words
to be & to have

p. 44,45 ex 1-5

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat is de Present Simple?
De Present Simple is de Engelse term voor de tegenwoordige tijd (o.t.t.)

Ik fiets iedere dag naar school --> I cycle to school every day.
Wij gebruiken vaak onze telefoon --> We often use our phone
Hij speelt tennis op zaterdag --> He plays tennis on Saturdays.

Slide 27 - Tekstslide

G(i)R(a)F:
Je gebruikt deze vorm bij gewoontes, dingen die we met regelmaat doen, feiten

I take a shower every morning = een gewoonte
We eat pasta once a week = gebeurt regelmatig
This text is green = een feit

Slide 28 - Tekstslide

Signaalwoorden (present simple)
Signaalwoorden zijn woorden die je héél veel tegenkomt bij de present simple. Hier is een hulpmiddel...
Nurse Sofa
Never Usually Rarely Seldom Every
Sometimes Often Frequently Always
Maar ook: on Saturdays, in the weekend, during the week

Slide 29 - Tekstslide

Hoe maak ik de present simple?
De present simple is meestal heel logisch omdat je het hele werkwoord gebruikt bij I, you, we, they kijk maar:

I play football in the weekend
You do your homework after school
We sometimes watch TV in the evening.
The babies cry every day

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Spelling bij de SHIT regel
In het woord SHIT zit dus She, He en IT verstopt en krijgen een vorm met de -s maar soms is de spelling -es of -ies. Hoe zit dat?

she --> she swims fast.                            Jane drives slowly
he --> he plays the guitar.                        My sister wishes for a 10.
it --> the airplane flies every day.         His dad watches TV a lot.






Slide 33 - Tekstslide

-es of -ies

Slide 34 - Tekstslide


ROUND UP:

  • When do you use the Present Simple?
  • SHIT / GiRaF / Signaalwoorden
  • How do you write the Present Simple?

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

This is me
  • Presentation
  • In English
  • About yourself
  • 20 sentences
  • Somtoday

Slide 38 - Tekstslide

Weekly task
DO:
Chapter 1: ex 2, 3, 4, 5, 30bcd, 31ab, 32, 33ab, 34ab (p. 44-63)

Write 10 sentences about your hobbies, interests, pets, friends, sports, favourite books & films, primary school etc.

Study:
Words: Chapter 1A (page 82) (N-E + E-N)



Slide 39 - Tekstslide