zeeklei en rivierkleilandschap

zeeklei en rivierkleilandschap
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

zeeklei en rivierkleilandschap

Slide 1 - Tekstslide

Grind
Zand
Zand en klei

Slide 2 - Sleepvraag

Zeekleilandschap
Lösslandschap
Laagveenlandschap
Rivierkleilandschap

Slide 3 - Sleepvraag

Welke foto hoort bij welk landschap?
Laagveenlandschap
Zeekleilandschap
Duinlandschap

Slide 4 - Sleepvraag

Welke landschappen vind je in Nederland?
Akkers
hoge bergen
duinen
polders
rivieren
woestijn

Slide 5 - Sleepvraag

Welke landschappen vind je in Nederland en welke in het buitenland?
Nederland
Buitenland
woestijn
rivieren
polders
hoge bergen
duinen
akkers
oerwoud
steppen

Slide 6 - Sleepvraag

1
2
3
Grind, zand
Keien, grind
Fijn zand, klei

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is de belangrijkste landbouwactiviteit in de lagere kommen van het rivierkleilandschap?
A
Visserij in de rivier
B
Veeteelt en weilanden voor het vee
C
Houtkap en bosbouw
D
Akkerbouw en fruitteelt

Slide 8 - Quizvraag

Waarom bouwden mensen vroeger kerken of schuren op heuvels in het rivierkleilandschap?
A
Om het landschap mooier te maken
B
Voor een beter uitzicht op de weilanden
C
Om zich te beschermen tegen overstromingen
D
Om de grond te stabiliseren

Slide 9 - Quizvraag

De lagere gelegen gebieden in het rivierkleilandschap noemen we de komgronden.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Zeekleilandschap en rivierkleilandschap is hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Rivierkleilandschappen
A
Ontstaan door overstromingen van de zee
B
Ontstaan door buiten oevers treden van rivieren

Slide 12 - Quizvraag

Het rivierkleilandschap hoort bij
A
Laag-Nederland
B
Hoog-Nederland

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een rivierkleilandschap?
A
Fruitbomen.
B
Akkers.
C
Grasland.
D
Hoge dijken.

Slide 14 - Quizvraag

Welk landschap zie je op de foto?
A
Lösslandschap
B
Zeekleilandschap
C
Hoogveenlandschap
D
Rivierkleilandschap

Slide 15 - Quizvraag

welk landschap zie je op de foto?
A
Duinlandschap
B
Laagveenlandschap
C
Zeekleilandschap

Slide 16 - Quizvraag

Fruitbomen vind je vooral in het zeekleilandschap.
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een kenmerk bij Zeekleilandschap?
A
Grasland tot aan de horizon
B
Beschermd het land tegen de zee
C
Vruchtbaar land met fruitbomen
D
Langgerekte dorpen met veel sloten en plassen.

Slide 18 - Quizvraag

Welke provincie('s) heeft er geen zeekleilandschap?
A
Limburg
B
Limburg en Drenthe
C
Drenthe
D
alle provincies hebben zeekleilandschap

Slide 19 - Quizvraag

In welke provincies komt het Zeekleilandschap niet voor?
A
Drenthe, Noord Brabant en Zuid Holland
B
Overijssel, Limburg en Groningen
C
Gelderland, Overijssel en Drenthe
D
Noord Holland, Flevoland en Utrecht

Slide 20 - Quizvraag

Kenmerken van het zeekleilandschap zijn:
A
Open platte vlaktes waar veel landbouw plaatsvindt
B
Lange platte stukken grond met veel vegetatie
C
Modderachtige gebieden die drooggelegd zijn
D
Moerassige gebieden net achter de duinen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een overeenkomst tussen de volgende landschappen:
zeekleilandschap, duinlandschap en laagveenlandschap
A
Hoog-Nederland
B
Laag-Nederland
C
Klei
D
Veen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is sedimentatie?
A
Het afzetten van materiaal door de rivier of zee
B
Het sneller stromen van de rivier in de bergen
C
Het ontstaan van een delta
D
Het afremmen van de rivier in de benedenloop

Slide 23 - Quizvraag