2KGT GAMma Thema 1 Water - Waterkringloop

De waterkringloop 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De waterkringloop 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 

• Je weet hoe het water op aarde verdeeld is over zoet water, zout water en ijs.
• Je kunt de korte waterkringloop beschrijven
• Je kunt de lange waterkringloop beschrijven


Slide 2 - Tekstslide

Blauwe planeet
2 soorten water:
  1. Zoet water: zit in............
  2. Zout water: zit in...........
Waarom heet onze planeet de blauwe planeet? 

Slide 3 - Tekstslide

Zoet water 
Zout water 
gletsjers 
rivieren 
97%
zeeën
3%
meren 
rivieren
in de bodem
ijs 
waterdamp 
oceanen 

Slide 4 - Sleepvraag

Omdat? 

Slide 5 - Tekstslide

We gaan even verder inzoomen
Van al het water op de aarde is 3% ZOET
Maar waar zit dit zoete water dan in? 

Slide 6 - Tekstslide

ijskappen en gletsjers 
grondwater 

oppervlakte
water
overig 
30,1%
0,9%
68,7%
0,3%

Slide 7 - Sleepvraag

Kringloop van het water
  1. de korte kringloop (neerslag blijft boven zee)
  2. de lange kringloop (neerslag valt op het land)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Zet de stappen van de korte kringloop in de goede volgorde. De start is 'zeewater'.



1.
2.
3.
4. 
regen
verdampen
wolken
afkoeling

Slide 10 - Sleepvraag

1
2
3
4
5
6
7
De zon verwarmt de oceaan
Er ontstaan wolken
Er ontstaat neerslag 
Oceaanwater verdampt 
Water valt terug in de oceaan
Waterdamp koelt af
Waterdamp stijgt op

Slide 11 - Sleepvraag

Formatief toetsen
Ken je nu alles? 

Slide 12 - Tekstslide

Waarom is de aarde een bijzondere planeet?
A
Omdat de aarde er blauw uitziet
B
Omdat de aarde groot en rond is
C
Omdat de aarde om de zon draait
D
Omdat op aarde veel water voorkomt

Slide 13 - Quizvraag

Welke letter hoort bij welk soort water?
A
A = zout B = zout C = zoet
B
A = zoet B = zout C = zoet
C
A = zoet B = zoet C = zout
D
A = zout B = zoet C = zout

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer duurt de lange kringloop het langst?

Slide 15 - Open vraag

Grondwater hoort bij...
A
Lange kringloop
B
Korte kringloop
C
Beide kringlopen
D
Hoort niet bij de kringloop

Slide 16 - Quizvraag

Waar begint de waterkringloop
A
In de zee
B
In de bergen
C
Nergens, het is een kringloop
D
In de wolken

Slide 17 - Quizvraag

Wat bepaalt of de kringloop kort of lang is?
A
de zon
B
de wolken
C
de neerslag
D
de wind

Slide 18 - Quizvraag