Bereken de afstand tussen de punten A(1,2) en B(9,6)
Slide 2 - Tekstslide
Stappenplan voor oplossing:
Teken de punten in een assenstelsel en teken het lijnstuk tussen de punten
Het lijnstuk is de lange zijde van een rechthoekige driehoek. Teken deze driehoek. Gebruik de hokjes in je schrift. Noem de derde hoek C (of D of E of ...)
Tel de hokjes van je getekende korte zijden. Zet de lengtes van de korte zijden erbij.
Bereken met het werkschema de lengte van de lange zijde.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Uitwerking:
kz2 = ...
kz2 = ...
--------------- +
lz2 = ....
Slide 6 - Tekstslide
Uitwerking:
kz2 = 64 (82 = 64)
kz2 = 16 (42 = 16)
--------------- +
lz2 = ....
Slide 7 - Tekstslide
Uitwerking:
kz2 = 64 (82 = 64)
kz2 = 16 (42 = 16)
--------------- +
lz2 = 80 (64 + 16)
Slide 8 - Tekstslide
Uitwerking:
kz2 = 64 (82 = 64)
kz2 = 16 (42 = 16)
--------------- +
lz2 = 80 (64 + 16)
lz = = 8,9
√80
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht:
Bereken de lengte van de diagonaal AF.
De ribben van de kubus hebben allemaal een lengte van 5 cm.
Slide 10 - Tekstslide
Stappenplan voor de oplossing:
Maak een schets van het vlak waar de diagonaal in zit (in ons geval vlak ABFE).
Zet de maten erbij en teken ook de diagonaal in je schets.
Gebruik één van de twee driehoeken om de stelling van Pythagoras te gebruiken. Maak ook een werkschema.