This that these those (VV)

Learning goal
Je kan dit/dat/deze/ de in het Engels zeggen

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Learning goal
Je kan dit/dat/deze/ de in het Engels zeggen

Slide 1 - Tekstslide

Listen, watch & vertaal de zinnen
This pupil is called......
That pupil over there is called ..............
This pen is..............
These pens are .................

Slide 2 - Tekstslide

Een aanwijzend voornaamwoord verwijst naar een zelfstandig naamwoord 
This (dit)
That (dat)
These (deze)                        
Those (die)                          


Slide 3 - Tekstslide

Er zijn twee factoren waar van afhangt of je this, that, these of those moet gebruiken. 

1. Is het object wat je wilt aanwijzen meervoud of enkelvoud?
2. Is het object wat je wilt aanwijzen ver weg  (behind/there) of 
dichtbij  ( here/look at)?

Slide 4 - Tekstslide

Dichtbij
Ver af
This
That
These
Those

Slide 5 - Sleepvraag


I prefer ... shoes here.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 6 - Quizvraag


Do you see .....tree there in the park. It is 100 years old.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 7 - Quizvraag


Mum, ........... my best friend 'Claire'
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 8 - Quizvraag


.......... dogs across the street are not friendly.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 9 - Quizvraag

Do exercises
Basis: 
Page: 172/ exercises 55,56,57,58,59
Kader on PC: 58 to 62

Slide 10 - Tekstslide