DA Tekstverbanden en signaalwoorden vmbo klas 3 en 4

Verbanden en signaalwoorden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Verbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Tekstverbanden

Slide 2 - Woordweb

Lesdoel
Aan het einde van de les kan ik signaalwoorden herkennen en deze koppelen aan verbanden in de teksten.

Slide 3 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden
In teksten hebben zinnen en alinea's met elkaar te maken. Ze houden verband met elkaar. Aan een signaalwoord zie je met welk verband je te maken hebt. Die woorden helpen je een tekst beter te begrijpen.

Slide 4 - Tekstslide

Tekstverbanden met aantal signaalwoorden 
  • Tegenstelling:     in tegenstelling tot, maar, echter, hoewel, daarentegen,..
  • Voorbeeld:           denk aan, zo, zoals, bijvoorbeeld, neem nou, ..
  • Opsomming:       ten eerste, ten tweede, ook , en, opsommingstekens, ...
  • Oorzaak-gevolg doordat, waardoor, want, daardoor, ..
  • Tijdsvolgorde      eerst, daarna, nu, vroeger, morgen, nadat, vervolgens, ..
  • Voorwaarde       Indien, mits, tenzij

Slide 5 - Tekstslide

Naar school neem ik meerdere dingen mee, zoals: schoolpas, pennen en schriften.

Zoals is het signaalwoord voor .......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Oorzaak-gevolg
D
Voorwaarde

Slide 6 - Quizvraag

Doordat de trein was vertraagd, kwam ik te laat op school.

Doordat is het signaalwoord voor ......
A
Oorzaak-gevolg
B
Doel-middel
C
Opsomming
D
Tijdsvolgorde (chronologie)

Slide 7 - Quizvraag

Toen ik op school kwam, bleek het eerste lesuur uit te vallen.

Toen is het signaalwoord voor ....
A
Oorzaak-gevolg
B
Tijdsvolgorde (chronologie)
C
Opsomming
D
Conclusie

Slide 8 - Quizvraag

Ook het tweede lesuur had ik best kunnen missen.

Ook is een signaalwoord voor een .....
A
Opsomming
B
Conclusie
C
Oorzaak-gevolg
D
Tijdsvolgorde (chronologie)

Slide 9 - Quizvraag

Ik vind, volgens mij en mijns inziens zijn signaalwoorden voor een ....
A
Argument
B
Conclusie
C
Mening
D
Oorzaak-gevolg

Slide 10 - Quizvraag

Denk aan, zo en zoals zijn signaalwoorden voor een.......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Conclusie
D
Tegenstelling

Slide 11 - Quizvraag

Welke tekstverbanden ken je nu?

Slide 12 - Woordweb