In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 8
Weet je het nog?
Slide 1 - Tekstslide
Handel met buitenland
Import - goederen invoeren vanuit het buitenland
Export - goederen verkopen aan andere landen
Slide 2 - Tekstslide
Europa
Alle landen binnen Europa die samenwerken op economisch vlak noemen we de EU: Europese Unie
Binnen de Europese Unie is er sprake van vrijhandel
Alle landen binnen de EU met dezelfde munt (euro) vormen de Eurozone
Slide 3 - Tekstslide
Een Nederlands bedrijf verkoopt machines aan een fabriek in België. Het Nederlandse bedrijf exporteert/importeert de machines.
A
Exporteert
B
Importeert
Slide 4 - Quizvraag
Een Nederlands bedrijf verkoopt machines aan een fabriek in België. Het Nederlandse bedrijf exporteert de machines, het Belgische bedrijf exporteert/importeert de machines.
A
Exporteert
B
Importeert
Slide 5 - Quizvraag
De Europese Unie bestaat uit Europese landen die samenwerken op economisch gebied.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Alle landen van de Europese Unie behoren tot de eurozone.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
In de eurozone is de euro het betaalmiddel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Binnen de EU kun je overal met de euro betalen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Voor handel met landen buiten de eurozone heb je te maken met vreemd geld.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Paragraaf 8.1
Waarom de grens over?
Slide 11 - Tekstslide
Import
Waarom importeren wij?
- goedkoper dan zelf produceren
- grondstoffen komen niet voor in Nederland
- ons klimaat is niet geschikt
- meer keuze voor consumenten
Slide 12 - Tekstslide
Welke reden hebben wij voor importeren van het product
A
Goedkoper
B
Grondstoffen niet in NL
C
Klimaat niet geschikt
D
Meer keuze
Slide 13 - Quizvraag
Welke reden hebben wij voor importeren van het product
A
Goedkoper
B
Grondstoffen niet in NL
C
Klimaat niet geschikt
D
Meer keuze
Slide 14 - Quizvraag
Wederuitvoer
Voor Nederland levert export veel inkomsten en werkgelegenheid
Deel van de export bestaat uit goederen die wij eerst hebben geïmporteerd
Wederuitvoer - importeren van goederen en deze onbewerkt doorverkopen aan het buitenland.
Slide 15 - Tekstslide
Opgave 6
Opgave 6
Slide 16 - Tekstslide
Betalingsbalans
Uitvoerwaarde - totale bedrag dat we verdienen met export
Invoerwaarde - totale bedrag dat we uitgeven aan import
Betalingsbalans - overzicht van alle ontvangsten uit het buitenland en alle uitgaven aan het buitenland
Positief saldo: handelsoverschot
Slide 17 - Tekstslide
In een jaar exporteren Nederlandse telers 1.475.000.000 kilo tomaten. De gemiddelde prijs van een kilo tomaten is € 0,95. Bereken de uitvoerwaarde van Nederlandse tomaten in dat jaar.
Slide 18 - Open vraag
Een Nederlandse familie gaat een weekendje naar Disneyland Parijs.
A
Export
B
Import
Slide 19 - Quizvraag
Duizenden bezoekers wonen in Brazilië een optreden bij van dj Martin Garrix.
A
Export
B
Import
Slide 20 - Quizvraag
Een Liberiaanse tanker vervoert olie voor Shell Nederland.
A
Export
B
Import
Slide 21 - Quizvraag
Nationaal inkomen
Nationaal inkomen - alle inkomens in een land samen
Groot deel verdient met export, dus open economie
Belang van export en import voor een land te berekenen door importpercentage of exportpercentage.
Slide 22 - Tekstslide
In een eerder jaar was het nationaal inkomen € 795,3 miljard. De uitvoerwaarde was toen € 438,4 miljard, de invoerwaarde was € 356,6 miljard. Bereken het exportpercentage.
Slide 23 - Open vraag
In een eerder jaar was het nationaal inkomen € 795,3 miljard. De uitvoerwaarde was toen € 438,4 miljard, de invoerwaarde was € 356,6 miljard. Bereken het importpercentage.