2HA+2AHA - 23/9 - les 6 - c.1

BONJOUR ET BIENVENUE !
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR ET BIENVENUE !
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui
  • Lesdoelen check
Jeudi
23
Septembre

Slide 2 - Tekstslide

Goals 
  • Ik ken het hulp werkwoord avoir
  • Ik kan de passé composé gebruiken
  • Ik ken de bezittelijke voornaamwoorden in het Frans.
  • Ik kan de bezittelijke voornaamwoorden gebruiken.
  • Ik kan vertellen wat ik tijdens de vakantie hebt gedaan.

Slide 3 - Tekstslide

Passé composé

Slide 4 - Tekstslide

Oefenen met Verbuga
Ga naar:
www.verbuga.eu
werkwoorden: (zie hiernaast)
tijd: passé composé
avoir
être
faire
aimer
acheter
commencer
donner
parler
regarder

Slide 5 - Tekstslide

Les livres s'il vous plaît...
Page: 35
Exercice: 19a + b

Slide 6 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 7 - Tekstslide

Un stylo s'il vous plaît...
Maak het schema compleet door het bezittelijk naamwoord in te vullen.
Let op: doe dit ZONDER je boek!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Petit test
Maak de vragen op de volgende dia's serieus.
Laat zien hoe goed je de twee grammatica onderdelen begrijpt. Geef aan het einde aan, met welk onderdeel je nog wilt oefenen.

Slide 10 - Tekstslide

Passé composé
In de eerste dia's kies je het juiste antwoord.
Later vervoeg je de werkwoorden tussen haakjes en zet je ze in de passé composé.

Slide 11 - Tekstslide

Tu (écouter)
A
as écouté
B
a écouté
C
ont écouté
D
e écouté

Slide 12 - Quizvraag

ils (regarder)
A
a regardé
B
ont regardé
C
as regardé
D
ai regardé

Slide 13 - Quizvraag

Vous ... ... du tennis. (faire)

Slide 14 - Open vraag

Tu ... ... en vacances. (être)

Slide 15 - Open vraag

Ma mère ... ... des fleurs. (avoir)

Slide 16 - Open vraag

Il ... un cadeau. (donner)

Slide 17 - Open vraag

Nous ... nos devoirs. (faire)

Slide 18 - Open vraag

Bezittelijk voornaamwoord
Je gaat nu verder met het bezittelijk voornaamwoord.
Kies telkens de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord. 

Slide 19 - Tekstslide

... soeur
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 20 - Quizvraag

... livres
A
leur
B
leurs

Slide 21 - Quizvraag

C'est un vélo? C'est... vélo
A
son
B
sa
C
ses

Slide 22 - Quizvraag

... chien
A
notre
B
nos

Slide 23 - Quizvraag

.... (haar) voiture (v)
A
son voiture
B
sa voiture
C
ma voiture
D
ta voiture

Slide 24 - Quizvraag

...(onze) frères.
A
leur frère
B
vos frères
C
notre frère
D
nos frères

Slide 25 - Quizvraag

... (mijn) ami.
A
son ami
B
ta ami
C
mon ami
D
ma ami

Slide 26 - Quizvraag

... (uw) portable.
A
votre portable
B
notre portable
C
son portable
D
leur portable

Slide 27 - Quizvraag

Met welk grammatica onderdeel zou je nog wat meer willen oefenen?
A
de passé composé
B
het bezittelijk voornaamwoord
C
Ik begrijp beide onderdelen goed.

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide