H4 - §4.1 Snelheid

Welkom in de les
Vandaag:
  • lesdoelen §4.1
  • instructie §4.1
  • practicum
  • maken opgave uit het boek
  • afsluiten les 

 


H4 - Beweging
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Vandaag:
  • lesdoelen §4.1
  • instructie §4.1
  • practicum
  • maken opgave uit het boek
  • afsluiten les 

 


H4 - Beweging

Slide 1 - Tekstslide

§4.1 - Je leert ...
  • wat snelheid is en hoe je snelheid berekent.

Slide 2 - Tekstslide

Snelheid
Bedenk waar Ellen haar fiets sneller
heeft kunnen maken.

Slide 3 - Tekstslide

Wat heeft allemaal met snelheid te maken?

Slide 4 - Woordweb

Snelheid
Als je loopt leg je in één uur ongeveer ........ kilometer af.

Slide 5 - Tekstslide

Snelheid
Als je loopt leg je in één uur ongeveer ........ kilometer af.

Slide 6 - Tekstslide

Snelheid
Als je fietst leg je in één uur ongeveer ....... kilometer af.

Slide 7 - Tekstslide

Snelheid
Als je fietst leg je in één uur ongeveer ....... kilometer af.

Slide 8 - Tekstslide

Snelheid
Een vliegtuig legt in één uur ongeveer ................ kilometer af.

Slide 9 - Tekstslide

Snelheid
Een vliegtuig legt in één uur ongeveer ................ kilometer af.

Slide 10 - Tekstslide

Snelheid
Ruimteschepen leggen elke seconde ........ ................. ......................... af.

Slide 11 - Tekstslide

Snelheid
Ruimteschepen leggen elke seconde ........ ................. ......................... af.

Slide 12 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
Lees aandachtig de alinea 'Gemiddelde snelheid' op blz. 106

Slide 13 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
Als je op een scooter rijdt dan rij je niet altijd met dezelfde snelheid.
Waarom is dat?

Slide 14 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
De gemiddelde snelheid bereken je door de afgelegde afstand te delen door de tijd die hiervoor nodig is.

Slide 15 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
De gemiddelde snelheid bereken je door de afgelegde afstand te delen door de tijd die hiervoor nodig is.

De gemiddelde snelheid wordt uitgedrukt in:
-kilometer per uur (km/h).
-meter per seconde (m/s).

Slide 16 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
Peter loopt in 2 uur 8 kilometer.

In één uur loopt hij dus 8 / 2 = 4 kilometer.

Zijn snelheid is dus 4 km/h.

Slide 17 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
Een auto heeft een gemiddelde snelheid van 50 km/h.


In een uur rijdt deze auto dus 50 km.

En in een half uur 50/2 = 25 km

Slide 18 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
Je gaat op de fiets naar school. Je legt een afstand van 1800 m af in een tijd van 400 sec. Bereken de gemiddelde snelheid in m/s.
afstand
tijd

Slide 19 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
Je gaat op de fiets naar school. Je legt een afstand van 1800 m af in een tijd van 400 sec. Bereken de gemiddelde snelheid in m/s.
afstand
1800
tijd
400

Slide 20 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
Je gaat op de fiets naar school. Je legt een afstand van 1800 m af in een tijd van 400 sec. Bereken de gemiddelde snelheid in m/s.
: 400
afstand
1800
tijd
400
1

Slide 21 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
Je gaat op de fiets naar school. Je legt een afstand van 1800 m af in een tijd van 400 sec. Bereken de gemiddelde snelheid in m/s.
: 400
: 400
afstand
1800
4,5
tijd
400
1

Slide 22 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
Je gaat op de fiets naar school. Je legt een afstand van 1800 m af in een tijd van 400 sec. Bereken de gemiddelde snelheid in m/s.
: 400
: 400
afstand
1600
4,5
tijd
400
1
m
s

Slide 23 - Tekstslide

Wat is jou gemiddelde snelheid naar school?
  • Zoek de afstand die je naar school aflegt op in Google.
  • Je weet de tijd die je daar over doet.
  • Berekenen met de verhoudingstabel je gemiddelde snelheid uit in m/s.
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Welke grootheden moet je weten om de gemiddelde snelheid te kunnen berekenen
A
meter en tijd
B
kilometer en uur
C
afstand en tijd
D
meter en seconde

Slide 25 - Quizvraag

Een auto rijdt in 3,5 uur van Groningen naar Maastricht.
De afgelegde afstand is 321 km.
Bereken de gemiddelde snelheid.
A
1123 km/h
B
112,3 km/h
C
91 km/h
D
96 km/h

Slide 26 - Quizvraag

Mo rijd van huis naar school. Deze rit is 4,5 km lang en duurt 10 minuten. Bereken de gemiddelde snelheid in km/h.

A
450 km/h
B
0,45 km/h
C
27 km/h
D
45km/h

Slide 27 - Quizvraag

Constante snelheid
Lees aandachtig de alinea 'Constante snelheid' op blz. 107

Slide 28 - Tekstslide

Constante snelheid
Op elk moment heeft de snelheid dezelfde grootte en richting = eenparige beweging:

Slide 29 - Tekstslide

Constante snelheid
Met de tabel kunnen we een grafiek maken.

Slide 30 - Tekstslide

Constante snelheid
Aan de grafiek is te zien dat de reiziger een 
constante snelheid heeft.

Slide 31 - Tekstslide

Constante snelheid
De grafiek is een rechte lijn door de oorsprong.

Als de tijd 2x zo groot wordt, wordt de afgelegde 
afstand ook 2x zo groot.

Dit noem je recht evenredig verband

Slide 32 - Tekstslide

Afstand, tijd-diagram
Uit een afstand, tijd-diagram kun je 
informatie halen over de beweging 
van een voorwerp.


Slide 33 - Tekstslide

Bij een constante snelheid heeft de snelheid op elk moment dezelfde grootte en richting.
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Constante snelheid is niet hetzelfde als een eenparige beweging

A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quizvraag


In welk diagram is er sprake van Rechtevenredig verband
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 36 - Quizvraag

Pak je planner!
Noteer voor de volgende les


Lezen §4.1 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ✱ opgaven

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag!
Lezen §4.1 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ✱ opgaven
Zs

Slide 38 - Tekstslide

Aan de slag!
Lezen §4.1 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ✱ opgaven

Zf

Slide 39 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 40 - Tekstslide

De gemiddelde snelheid bereken je door de tijd te delen door de afgelegde afstand.
A
juist
B
onjuist

Slide 41 - Quizvraag



Op de linker tekening zie je een wandelaar die een afstand aflegt.
tussen elke opname zit een seconde. Hoeveel meter heeft de wandelaar na 4 second afgelegd.
A
4,4 meter
B
5,4 meter
C
4,1 meter
D
4,7 meter

Slide 42 - Quizvraag



Bepaal de snelheid van de wandelaar in meter per seconde.
A
0,74 m/s
B
1,0 m/s
C
1,35 m/s
D
1,5 m/s

Slide 43 - Quizvraag

Kun je nu......?
  • wat snelheid is en hoe je snelheid berekent.

Slide 44 - Tekstslide

Ja, dat kan ik.
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll