11.1 Man en vrouw

11.1 Man en vrouw
  • Voorkennis voor voortplanting: Quizizz!
  • Uitleg over geslachtsorganen
  • Opdrachten maken
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

11.1 Man en vrouw
  • Voorkennis voor voortplanting: Quizizz!
  • Uitleg over geslachtsorganen
  • Opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

Quizizz

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les kun je:
  • uitleggen wat de hypofyse te maken heeft met voortplanting.
  • de onderdelen van de voortplantingsorganen van een man benoemen en de werking uitleggen.
  • de onderdelen van de voortplantingsorganen van een vrouw benoemen en de werking uitleggen. 

Slide 3 - Tekstslide

Geslachtshormonen (herhaling)
Start puberteit:
Hypofyse maakt hormonen --> gaan naar de geslachtsorganen
 --> reageren door geslachtshormonen te maken:
  • de zaadballen maken testosteron (mannelijk)
  • de eierstokken maken oestrogeen (vrouwelijk)
(dus hypofyse maakt geen geslachtshormonen)

Door deze geslachtshormonen ontstaan secundaire
geslachtskenmerken.

Slide 4 - Tekstslide

Puberteit en vruchtbaarheid
Zaadcellen zijn voortplantingscellen.

Vruchtbaar na eerste zaadlozing/natte droom.

1
2

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Mannelijk geslachtsorgaan
Zaadballen maken zaadcellen.

Opgeslagen tot zaadlozing in bijballen.

1 balzak met 2 bijballen en 2 zaadballen

Slide 7 - Tekstslide

Seksueel opgewonden?
Erectie: stijf worden van de penis.

Zwellichamen krijgen extra bloed. Veel bloedvaten in zwellichamen die zich vullen met bloed.

Slide 8 - Tekstslide

Klaarkomen/orgasme
 Jongens krijgen een zaadlozing als 
zij klaarkomen (orgasme).


Spiertjes in bijballen trekken samen --> zaadcellen gaan de zaadleiders in --> zaadblaasjes en prostaat voegen zaadvocht toe --> mengsel van zaadvocht en zaadcellen heet sperma

Bij de prostaat komt sperma in urinebuis. Via urinebuis verlaat sperma de penis --> de zaadlozing!

(Een spiertje knijpt urinebuis dicht, zodat er geen urine meekomt tijdens de zaadlozing.)

Slide 9 - Tekstslide

Vrouwelijk geslachtsorgaan
Vrouwen twee openingen (vagina en urinebuis)

Slide 10 - Tekstslide

Eicellen (vrouwelijke voortplantingscellen)
Geboorte: onrijpe eicellen in eierstokken
In puberteit worden geslachtsorganen volwassen 
-> eicellen gaan rijpen --> vrouw is vruchtbaar.

Hormonen uit de hypofyse geven de eierstokken een seintje
--> onrijpe eicel neemt vocht en voedingsstoffen op en
is dan klaar voor de eisprong (maandelijks!).

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Aan de slag
Maak opdrachten: 1 t/m 14 van 11.1

Slide 13 - Tekstslide

Deze les
  • Wat weet je nog?
  • Uitleg over 11.1 deel 2 (menstruatiecyclus)
  • Opdrachten maken

Slide 14 - Tekstslide

Sperma bestaat uit:
A
zaadcellen
B
zaadcellen en een beetje urine
C
zaadcellen en vocht
D
zaadcellen en slijm

Slide 15 - Quizvraag

Waar liggen de eicellen opgeslagen vanaf de geboorte?

Slide 16 - Open vraag

Waar worden de zaadcellen opgeslagen?

Slide 17 - Open vraag

Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?
eileider
eierstok
baarmoeder
schaamlip
vagina
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Slide 18 - Sleepvraag

Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het mannelijke geslachtsorgaan?
teelbal
bijbal
prostaat
zaadblaasje
zwellichaam
zaadleider
Sperma
1
2
3
4
5
6
7

Slide 19 - Sleepvraag

Bekijk de afbeelding. Wat stellen de groene rondjes voor?
A
Zaadballen
B
Prostaat
C
Zaadblaasjes
D
Bijballen

Slide 20 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Wat stelt 'x' voor, waar de paarse buis vandaan komt?
A
Zaadcel
B
Urineblaas
C
Urineleider
D
Zaadleider

Slide 21 - Quizvraag

Aan het einde van deze les kun je
  • uitleggen hoe de menstruatiecyclus verloopt.
  • uitleggen hoe de menstruatiecyclus wordt geregeld door hormonen. .

Slide 22 - Tekstslide

Start puberteit



Vanaf begin puberteit beginnen eicellen met rijpen
Iedere 'cyclus' rijpt er een eicel (af en toe meerdere).

Rijping eicellen gebeurt in follikel (soort blaasje).

Slide 23 - Tekstslide

Menstruatie/ongesteldheid
Menstruatiecyclus: van begin menstruatie tot begin volgende menstruatie.
Menstruatie vindt 1x / 28 dagen plaats (ongeveer). 

1. Er rijpt een eicel in een van de eierstokken
in het follikel.
2. Het baarmoederslijmvlies wordt dikker
3. Ovulatie/eisprong
4. Menstruatie

Slide 24 - Tekstslide

1. Er rijpt een eicel in een van de eierstokken (1e-14e dag)
Eicel ligt in een blaasje: de follikel. 

Tijdens de eerste 14 dagen
van de cyclus rijpt er een eicel
in een follikel. 

Wat was rijping ook alweer? 

Slide 25 - Tekstslide

2. Baarmoederslijmvlies wordt dikker (vanaf rijping eicel)
Binnenkant baarmoeder is bedekt
met baarmoederslijmvlies. 
Baarmoederslijmvlies wordt dikker en 
er komen meer bloedvaten in. 

Want....               -->



Slide 26 - Tekstslide

3. Ovulatie (ong. 14e dag)
Follikel barst open en rijpe eicel komt in eileider. Blijft 12 tot 24 uur in leven.

Ovulatie/eisprong = vrijkomen van rijpe eicel 
uit eierstokken.
 
Dagen rond de eisprong vormen 
de vruchtbare periode

Slide 27 - Tekstslide

4. Menstruatie
Geen bevruchting?  --> eicel gaat dood. 

Verdikt baarmoederslijmvlies niet meer nodig --> twee weken later loslaten

Slijmvlies druppelt met bloed uit de vagina --> menstruatie!

Dan begint cyclus opnieuw. 

Slide 28 - Tekstslide

Menstruatie/ongesteldheid
Van opvangen tot mogelijke ongemakken...

Slide 29 - Tekstslide

Hoe wordt deze cyclus eigenlijk geregeld?

Slide 30 - Tekstslide

Oestrogeen (follikel)
Remt productie FSH, zodat er geen eicellen rijpen. Stimuleert groei baarmoederslijmvlies.
Progesteron (gele lichaam)
Remt FSH en LH (geen rijping eicellen en geen ovulatie). Stimuleert verdere groei baarmoederslijmvlies.
Niet bevrucht?
Dan nemen oestrogeen en progesteron af: menstruatie volgt.

Slide 31 - Tekstslide

Follikel
Follikel = blaasje dat rijpende eicel bevat. Barst open bij ovulatie en laat eicel los.

Het neemt dan vet op en wordt gele lichaam (lege       follikel).

Follikel produceert oestrogeen.
Gele lichaam produceert
progesteron (en beetje oestrogeen).

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag!

Volgende les af:
Opdrachten (1 t/m 14) en 15 t/m 25 van 11.1


Laatste 5 minuten: leerdoelencheck!

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelencheck!

Slide 34 - Tekstslide

Gebeurtenissen
A
B

C
D

E
F

A
B
C
D
E
F

Slide 35 - Sleepvraag

Wat wordt hier beschreven?
"De eicel is rijp en barst uit de follikel."

Slide 36 - Open vraag

In welke periode van de menstruatiecyclus is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
Rond de ovulatie
C
Tijdens het rijpen van de eicel
D
Als het baarmoederslijmvlies dik is

Slide 37 - Quizvraag

1
2
3
4
Zet de plaatjes in de juiste volgorde. 1 is het begin van de menstruatiecyclus.

Slide 38 - Sleepvraag

Het baarmoederslijmvlies is niet altijd even dik. Wanneer is het baarmoederslijmvlies het dunst?
A
Aan het begin van de menstruatie
B
Enkele dagen na de eisprong
C
Direct na afloop van de menstruatie
D
Enkele dagen voor de eisprong

Slide 39 - Quizvraag