4-2 Snelheid berekenen

4-2 Snelheid 
       berekenen
Wat heb je nodig? Pen, potlood geo. schrift, leerboek, telefoon
(blz. 63)
5 min - Huiswerk bespreken
5 min - Lesdoelen
30 min - Uitleg:        
     Snelheid berekenen
     afstand, tijd- diagram
20 min - Practicum 3
Zelfstandig werken
Digitale methode 
4.2 en 4.3
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4-2 Snelheid 
       berekenen
Wat heb je nodig? Pen, potlood geo. schrift, leerboek, telefoon
(blz. 63)
5 min - Huiswerk bespreken
5 min - Lesdoelen
30 min - Uitleg:        
     Snelheid berekenen
     afstand, tijd- diagram
20 min - Practicum 3
Zelfstandig werken
Digitale methode 
4.2 en 4.3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

        Lesdoel
- Ik weet twee van de eenheden voor snelheid
- Ik kan omrekenen tussen m/s en km/h
- Ik kan de snelheid van een voorwerp 
     met de formule berekenen
- Ik kan de afstand van een voorwerp 
     met de formule berekenen
- Ik weet hoe een trajectcontrole werkt.

Slide 7 - Tekstslide

Eenheden van snelheid
Snelheid kan je meten in km/h maar ook in m/s. 

Slide 8 - Tekstslide

Omrekenen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Oefenen
1. Reken 14 m/s naar km/h.
2. Reken 120 km/h naar m/s. 1 decimaal.
3. Reken 180 m/s naar km/h.
4. Reken 110 km/h naar m/s. rond af op 1 decimaal
5. Een leeuw heeft een maximale snelheid van 22.2 km/h en een luipaard een maximale snelheid van 58 km/h. Welke van de twee is sneller?

Slide 11 - Tekstslide

Hoe bereken je snelheid

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Afstand berekenen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Als je voor 18 minuten met een snelheid van 75 k/h rijdt, bereken dan de afstand wat je in deze tijd aflegt in km (gebruik een komma).

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Bij een trajectcontrole wordt vastgesteld dat een auto met een snelheid van 113 km/h de afstand tussen de twee cameras in 12 minuten heeft afgelegd. Wat is de afstand tussen de cameras?

Slide 19 - Open vraag

4-3 Afstand, tijd- diagram

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoelen:
- Ik kan een tabel tekenen
- Ik kan een plaats, tijd- diagram tekenen
- Ik kan uit een plaats, tijd-diagram bepalen of de snelheid toeneemt, afneemt of constant blijft.
- Ik kan met een plaats, tijd- diagram de gemiddelde snelheid berekenen.

Slide 21 - Tekstslide

Stap 1: Maak een tabel
Vergeet niet de regels voor een tabel:
1 – In de kop staat de grootheid met de eenheid tussen haakjes
2 – In de kolommen de meetwaarden met dezelfde hoeveelheid decimalen

Slide 22 - Tekstslide

Stap 2: Stip de punten in een grafiek
Vergeet niet de regels voor een grafiek (vaardigheid 4 blz. 300):
1 – Grootheden met eenheden bij de assen (eenheid tussen haakjes)
2 – Zelfde stapgrootte bij de assen
3 – Liggen punten op 1 lijn gebruik dan een geodriehoek om de punten te verbinden. Liggen de punten niet op 1 lijn verbindt ze dan zo goed mogelijk met een lijn uit de losse pols getekend.

Slide 23 - Tekstslide

Wat is er mis?
tijd (s)
afstand (m)
5
13,2
10
17
15
20,4
20
24,1

Slide 24 - Tekstslide

Wat is er mis?
Tijd
Afstand
1s
10m
2s
13m
3s
16m
4s
19m
5s
22m

Slide 25 - Tekstslide

Teken een grafiek
Tijd (s)
Afstand (m)
1
10
2
13
3
16
4
19
5
22
timer
4:00

Slide 26 - Tekstslide

Plak hier een foto van je grafiek

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Hoe verbind ik de punten
- Liggen ze op een rechte lijn, 
       verbind de punten dan met 
       een geodriehoek.

- Liggen de punten niet op een lijn, 
        verbind ze dan met een lijn uit 
        de losse pols.


Slide 29 - Tekstslide

Snelheid uit plaats, tijd- diagram
- Loopt de grafiek horizontaal dan is de snelheid 0.

Slide 30 - Tekstslide

helling... 
- Hoe steiler de helling, hoe groter de snelheid.

Slide 31 - Tekstslide

Welk voorwerp heeft de laagste snelheid?
A
A
B
B
C
C

Slide 32 - Quizvraag

Welk voorwerp heeft de grootste snelheid?
A
A
B
B
C
Geen van beide
D
Niet genoeg informatie

Slide 33 - Quizvraag

Wat kan je zeggen over de snelheid?
A
Het is o m/s
B
Het is constant
C
Er is een versnelling
D
Niks

Slide 34 - Quizvraag

Snelheid uit plaats, tijd- diagram
Uit de grafiek haal je de afstand en de tijd.
Gebruik de formule...

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Bereken de gemiddelde snelheid 
voor de eerste 120 seconden.

Slide 37 - Tekstslide

Hoe goed kan je snelheid uit een grafiek berekenen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

Wat heb je
vandaag geleerd?

Slide 39 - Woordweb

ZELFSTANDIG WERKEN
HUISWERK:
Digitale methode 
4.2 en 4.3
AFSPRAKEN HUISWERK:
Dag van tevoren (voor 24:00) maken. Maak je het in je boek dan fotootjes in lessonup inleveren
EXTRA:

Slide 40 - Tekstslide

Plak hier fotootjes van je huiswerk

Slide 41 - Open vraag