Procesrecht H7 paragraaf 6 LJ1 cohort 2022

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
RechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke vraag beantwoorden we ook alweer bij de absolute competentie?

Slide 6 - Open vraag

Welke vraag beantwoorden we ook alweer bij de relatieve competentie?

Slide 7 - Open vraag

Tussen welke partijen speelt het burgerlijk recht zich af?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Sander is aangereden door zijn buurman Mick. Sander eist via de rechter een schadevergoeding van 10.000 euro.
Bij welke rechter moet hij zijn?
A
Kantonrechter
B
Sector civiel

Slide 11 - Quizvraag

Kjeld is een civiele zaak gestart tegen zijn voormalig werkgever Albert Heijn. Hij eist een transitievergoeding van 30.000 euro nu hij is ontslagen.
Bij welke rechter moet hij zijn?

A
Kantonrechter
B
Sector civiel

Slide 12 - Quizvraag

Mirjan heeft haar nichtje gedagvaard, omdat haar nichtje met de auto tegen haar huis is gereden en daardoor de voorgevel is ingestort van het huis. Mirjan eist een schadevergoeding van 100.000 euro.
Bij welke rechter moet Mirjan zijn?
A
Kantonrechter
B
Sector civiel

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Anne woont in Den Bosch en begint een dagvaardingsprocedure tegen Laurien die woont in Breda. In welke plaats komt de zaak voor?
A
Den Bosch
B
Breda

Slide 16 - Quizvraag

Mo woont in Amsterdam en begint een verzoekschriftprocedure tegen Maria die in Arnhem woont.
Waar komt de zaak voor?
A
Rechtbank Amsterdam
B
Rechtbank Gelderland

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat is een kort geding?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 
Maak een presentatie over het onderwerp kort geding. Hierin moet je in ieder geval de volgende punten bespreken:
  • absolute en relatieve competentie 
  • wat betekent een kort geding
  • hoe beoordeelt een rechter of de zaak wel of niet spoedeisend is
  • beschrijf de procedure

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Emina start een kort geding tegen haar buurman, omdat de buurman volgende week wil starten met het bouwen van een uitbouw aan zijn huis die ervoor zorgt dat er bij Emina geen zonlicht meer binnenkomt.
Is deze zaak geschikt voor een kort geding? waarom wel of waarom niet?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide