3B H5 herhaling
1 / 36
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
welke zintuigen ken je
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Horen
Zien
Ruiken
Proeven
Voelen
Oog
Neus
Oor
Tong
Huid
Slide 4 - Sleepvraag
Prikkels worden in zintuigen omgezet in impulsen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Wat vangt de prikkels op?
A
zenuwen
B
zintuigen
Slide 6 - Quizvraag
wat vervoert de impulsen naar de hersenen?
A
zintuigen
B
zenuwen
Slide 7 - Quizvraag
waar worden impulsen verwerkt?
A
ruggenmerg
B
grote hersenen
C
kleine hersenen
D
zenuwen
Slide 8 - Quizvraag
wanneer ben je je bewust van een waarneming?
Slide 9 - Open vraag
Geef de juiste volgorde
A
Prikkel-zintuig-hersenen-reactie
B
Gedrag-hersenen-prikkel
C
Prikkel- zintuig- reactie-hersenen
D
Zintuig-reactie-prikkel
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Waar in de neus zitten (vooral) de reukzintuigcellen?
A
Achter, bovenin de neus
B
Voorin de neus, vlak bij de neusgaten
C
In de bijholten van de neus
Slide 12 - Quizvraag
Er komt een geurstof in je neus.
Je reukzintuig wordt geprikkeld.
Wat gebeurt er nu met je reukzintuig?
Je reukzintuig wordt geprikkeld.
Wat gebeurt er nu met je reukzintuig?
A
Het reukzintuig maakt berichten en stuurt die weg.
B
Het reukzintuig ontvangt berichten en reageert.
Slide 13 - Quizvraag
Welk nummer geeft aan waar de reukzintuigen liggen? En bij welk nummer liggen de smaakzintuigen?
A
reukzintuig=2
smaakzintuig=3
B
reukzintuig=4
smaakzintuig=5
C
reukzintuig=2
smaakzintuig=5
D
reukzintuig=4
smaakzintuig=3
Slide 14 - Quizvraag
Hiernaast zie je ?
A
smaakpapillen
B
smaakknopjes
Slide 15 - Quizvraag
hoeveel verschillende smaakknopjes zijn er
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 16 - Quizvraag
noem de 5 verschillende smaken
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang
Slide 19 - Sleepvraag
Wat is de juiste volgorde van het geluid door het oor?
A
gehoorgang - gehoorbeentjes - trommelvlies
B
gehoorbeentjes - trommelvlies - gehoorgang
C
gehoorgang - trommelvlies - gehoorbeentjes
D
trommelvlies - gehoorgang- gehoorbeentjes
Slide 20 - Quizvraag
De punaise
staat bij...
staat bij...
A
Oorzenuw
B
Trommelvlies
C
Oorschelp
D
Gehoorgang
Slide 21 - Quizvraag
De punaise
staat bij...
staat bij...
A
Oorzenuw
B
Gehoorgang
C
Oorschelp
D
Aambeeld
Slide 22 - Quizvraag
welk orgaan gebruik je niet bij het horen, maar zit wel in je oor?
A
evenwichtsorgaan
B
reukorgaan
C
smaakorgaan
D
gehoororgaan
Slide 23 - Quizvraag
Wat zien we hier afgebeeld?
A
trommelvlies
B
Evenwichtsorgaan
C
Kleine hersenen
D
gehoorbeentjes
Slide 24 - Quizvraag
DECIBEL
zegt iets over:
zegt iets over:
A
gehoorschade
B
geluidssterkte
C
gehoorapparaat
D
audicien
Slide 25 - Quizvraag
gehoorschade ontstaat vanaf ....... dB
A
60
B
80
C
100
D
140
Slide 26 - Quizvraag
Welk onderdeel van het gehoororgaan is meestal beschadigd bij gehoorschade?
A
De cellen in je gehoorgang
B
De trilhaarcellen in het slakkenhuis
C
Het middenoor
D
De oorschelp
Slide 27 - Quizvraag
Kan gehoorschade genezen?
A
Ja
B
nee
C
ja, maar het duurt heel lang
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Iris
Pupil
Oogwit
Slide 30 - Sleepvraag
wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
harde oogvlies
Slide 31 - Sleepvraag
iris
netvlies
lens
blinde vlek
pupil
oogzenuw
Slide 32 - Sleepvraag
Waar liggen je traanklieren?
A
Boven je oog
B
Onder je oog
C
Naast je oog
D
In je traanbuisjes
Slide 33 - Quizvraag
Dit beschermt je ogen tegen zweet
A
Pupil
B
Iris
C
Wenkbrauw
D
Wimpers
Slide 34 - Quizvraag
Welke van deze delen kunnen het netvlies tegen te fel licht beschermen
A
De iris en de oogleden met wimpers
B
De lens en de oogleden met wimpers
C
Het hoornvlies en de iris
D
Het hoornvlies en de lens
Slide 35 - Quizvraag
Wat vonden jullie van de online les?
Wat zou je de volgende keer anders willen zien?
Wat zou je de volgende keer anders willen zien?
