kruisingsschema
1 / 11
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat betekenen de symbolen P en F1 in een kruisingsschema?
A
P is de vader en F1 is de moeder
B
P zijn de kinderen en F1 zijn de ouders
C
P zijn de ouders en
F1 zijn de kinderen
D
Slide 4 - Quizvraag
wat is het fenotype van de F1 nakomelingen?
A
wit
B
zwart
Slide 5 - Quizvraag
Een kweker voert een kruising uit tussen een tomatenplant met ingesneden bladeren en een tomatenplant met gave bladeren. Het gen voor ingesneden bladrand is dominant over het gen voor een gave bladrand. Beide individuen zijn homozygoot.
Welke bladranden worden verwacht bij individuen van de F1-generatie? En welke bij de F2-generatie?
Welke bladranden worden verwacht bij individuen van de F1-generatie? En welke bij de F2-generatie?
A
F1 en F2 alleen ingesneden bladranden
B
F1 alleen ingesneden F2 beide vormen
C
F1 beide vormen, F2 alleen ingesneden
D
F1 en F2 zowel ingesneden als gave bladranden
Slide 6 - Quizvraag
De verhouding van het genotype (f1) is:....
A
0:4:0
B
1:2:0
C
1:2:1
D
2:1:1
Slide 7 - Quizvraag
De konijnen in de F1 hebben allemaal genotype Aa.
De konijntjes planten zich onderling voor. Werk de kruising uit.
De konijntjes planten zich onderling voor. Werk de kruising uit.
Slide 8 - Open vraag
Aa is
A
Homozygoot recessief
B
Homozygoot Dominant
C
Heterozygoot
D
Heterozygoot Dominant
Slide 9 - Quizvraag
4. Rachel is rechtshandig.
Welke eigenschap is dominant: rechtshandig of linkshandig?
Welke eigenschap is dominant: rechtshandig of linkshandig?
A
rechtshandig is dominant
B
linkshandig is dominant
Slide 10 - Quizvraag
A
heterozygoot
B
homozygoot dominant
C
homozygoot recessief
