Oriëntatie op tijd

Tijd
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBeroepsopleiding

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tijd

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
*Aan het einde van de les kunnen de cursisten het verschil beschrijven in tijdsoriëntatie tussen Nederland en hun land van herkomst.
*Aan het einde van de les hebben de cursisten ervaren wanneer in Nederland op tijd komen belangrijk is.

Slide 2 - Tekstslide

Raamwerk NT2
*Wij kozen voor niveau A2.
*Kan communiceren in simpele alledaagse taken op een eenvoudige, directe manier.
*Kan zinnen en regelmatig voorkomende uitdrukkingen begrijpen.
*Kan in eenvoudige taal zijn eigen achtergrond beschrijven.
*Kan spreken over persoonlijke zaken, zoals familie, persoonsgegevens, werk etc.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Moet je op school op tijd komen?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Moet je op school op tijd komen?
A
Ja, altijd!
B
Nee, nooit!
C
Nee, want mijn vader is gevallen.

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer moet je op tijd komen in je eigen land?

Slide 7 - Woordweb

Welke verschillen zijn er in Nederland?

Slide 8 - Woordweb

Kom jij soms te laat?

Slide 9 - Open vraag

Is te laat komen erg?

Slide 10 - Open vraag

Gesprek
*We gaan in gesprek met de cursisten over hun antwoorden op de vragen.
*Wanneer is tijd belangrijk in het eigen land en wanneer is tijd belangrijk in Nederland? Waardoor komt dat?
*Je mag in Nederland alleen te laat komen als het belangrijker is dan de afspraak.

Slide 11 - Tekstslide

Een afspraak bij de dokter: kom je op tijd?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

De Nederlandse les: kom je op tijd?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Een lunch met vrienden: kom je op tijd?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Je moet naar een feestje, maar je moeder komt naar je huis. Kom je op tijd?
A
Ja, het feestje is belangrijker.
B
Nee, mijn moeder ontvangen is belangrijker.

Slide 15 - Quizvraag

Je hebt een afspraak bij de tandarts, maar je komt een vriend op straat tegen. Kom je op tijd?
A
Ja, de afspraak bij de tandarts in belangrijker.
B
Nee, praten met mijn vriend is belangrijker.

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer is op tijd komen het belangrijkst?
A
Bij een feestje
B
Bij een afspraak met vrienden
C
Bij een afspraak bij de dokter

Slide 17 - Quizvraag

Schema
*Maak een schema van je tijdplanning van een dag.
*Zet daarin hoe laat je opstaat, hoe laat je eet, hoe laat je les hebt, etc.
*Je krijgt een werkblad met een schema en dat vul je in.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht na de les
*Kijk op je werk / stage / vrijwilligerswerk hoe er met tijd omgegaan wordt en beantwoord de volgende vragen:

*Is er een tijdplanning?
*Moet je op tijd komen?
*Wat gebeurt er als je niet op tijd komt?
*Van hoe laat tot hoe laat is er pauze?

Slide 20 - Tekstslide