Start H6 (+ H8)

Deze les:
- Korte start nieuw hoofdstuk
- Oefenvraag/herhaling voor SE3
- Tijd om verder te leren
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Deze les:
- Korte start nieuw hoofdstuk
- Oefenvraag/herhaling voor SE3
- Tijd om verder te leren

Slide 1 - Tekstslide

H6 (soorten en populaties) + H8 (kenmerken van ecosystemen) 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Oefenvraag: wet van Hardy Weinberg
Bij schapen komt een witte vacht tot stand onder invloed van het dominante gen H en een zwarte vacht door het recessieve gen h. Uit een kudde schapen in Idaho (VS) werd een steekproef van 900 schapen genomen. Van deze schapen hadden er 891 een witte en 9 een zwarte vacht. Op deze populatie is de regel van Hardy-Weinberg van toepassing.  

Bereken de frequentie van gen H in deze populatie. 

Typ je antwoord in de volgende slide

Slide 7 - Tekstslide

Typ hier je antwoord (bereken de frequentie van gen H in deze populatie)

Slide 8 - Open vraag

Oefenvraag: wet van Hardy Weinberg
Antwoord:

q² = 9 : 900 = 0,01 dus q = frequentie van h =   (wortel van)0,01 = 0,1 (1p)  
 
 
p = frequentie van H = 1 - 0,1 = 0,9 (1p)

Slide 9 - Tekstslide

Start H6 (deel 2)
Deze les:
Kort vervolg start H6
Extra uitleg wet v. Hardy-Weinberg
Tijd om zelfstandig verder voor te bereiden

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Een labrador en een bulldog vallen onder hetzelfde/dezelfde....
(kies 'laagste' optie)
A
Orde
B
Familie
C
Geslacht
D
Soort

Slide 14 - Quizvraag

Een tijger (panthera tigris) en een leeuw (panthera leo) vallen onder hetzelfde/dezelfde....
(kies 'laagste' optie)
A
Orde
B
Familie
C
Geslacht
D
Soort

Slide 15 - Quizvraag

Extra uitleg "Hardy-Weinberg"
Of: zelfstandig verder leren (wat jou het beste past)

Slide 16 - Tekstslide

Hardy Weinberg formule 1
Ik noem de allelfrequentie van het 
dominantie allel p.
Ik noem de allelfrequentie van het
recessieve allel q.

Dan is p + q = 1.

Slide 17 - Tekstslide

Hardy Weinberg formule 2
genotypefrequentie AA is p2
genotypefrequentie Aa is 2pq
genotypefrequentie aa is q2

Dan is  p2 + 2pq +  q2 = 1



Slide 18 - Tekstslide

Vraag 1
Een populatie van 10.000 individuen voldoet wat betreft de onderlinge voortplanting aan de voorwaarden, genoemd in de wet van Hardy-Weinberg. Van deze populatie is
bekend dat 169 individuen homozygoot dominant zijn.

Wat is de frequentie van het recessieve allel in deze populatie?

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 1:
Van deze populatie is bekend dat 169 individuen homozygoot dominant zijn.
Wat is de frequentie van het recessieve allel in deze populatie?

Slide 20 - Open vraag

Vraag 2
In een grote populatie blijkt, dat 90% van de allelen dominant R zijn. Het andere allel is de (recessieve) r. 

Hoeveel personen in een steekproef van 40 personen zullen naar verwachting resuspositief (het dominante fenotype) zijn?

Slide 21 - Tekstslide

In een grote populatie blijkt, dat 90% van de allelen dominant R zijn. Het andere allel is de (recessieve) r.

Hoeveel personen in een steekproef van 40 personen zullen naar verwachting resuspositief (het dominante fenotype) zijn?

Slide 22 - Open vraag