V2 Chap 5 A

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

l'amitié

Slide 2 - Woordweb

les vacances

Slide 3 - Woordweb

le présent & la négation

Slide 4 - Tekstslide


Maak ontkennend:
Simon habite à Orléans.
A
Simon ne habites pas à Orléans
B
Simon n' habites pas à Orléans
C
Simon ne habite pas à Orléans
D
Simon n' habite pas à Orléans

Slide 5 - Quizvraag


Maak ontkennend:
Adrien a déménagé. 
A
Adrien ne a pas encore déménagé.
B
Adrien n'a pas encore déménagé.
C
Adrien a ne déménagé pas encore.
D
Adrien n'a déménagé pas encore.

Slide 6 - Quizvraag


Maak ontkennend:
Adrien a de nouveaux amis. 
A
Adrien n'a de nouveaux amis.
B
Adrien n'a pas de nouveaux amis.
C
Adrien a ne de pas nouveaux amis.
D
Adrien a de nouveaux ne amis pas.

Slide 7 - Quizvraag


Maak ontkennend:
Ils vont à la plage. 
A
Ils n'vont pas à la plage.
B
Il ne vont pas à la plage.
C
On ne va pas à la plage.
D
Ils ne vont pas à la plage.

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Adrien habitait à Orléans...

Maintenant il habite en Martinique.

Il a déménagé.

Il a de nouveaux amis.

Slide 10 - Tekstslide

Wat weet jij van Martinique?

Klik op de link (dia 12) 
en maak de vragen... dan 
weet je meer over dit eiland.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Wat vond je van de activiteit op
dia 12?
A
leuk
B
niet leuk

Slide 13 - Quizvraag

Maken:
WB p. 5-6
ex. 1-2-3

Slide 14 - Tekstslide

Lezen:
TB p. 62

Slide 15 - Tekstslide

Maken:
WB p. 7-8-9
ex. 4-5-6-7

4 bc
4 de

Slide 16 - Tekstslide

Leren:
WB p. 41


+  Dia's 19 t/m 23 doen en leren

VOCA 5A

Slide 17 - Tekstslide

Leren!
Blijven oefenen, 4x per week 10 minuten
le présent
&
de ontkenning

Slide 18 - Tekstslide





  1. Bepaal welk werkwoord je nodig hebt.
  2. Schrijf het onderwerp op.
  3. Schrijf de stam van het werkwoord op.
  4. Plak er de juiste uitgang achter.
Le présent
1 - 2

Slide 19 - Tekstslide

<--  Deze werkwoorden 
<--   goed leren!

Slide 20 - Tekstslide


e  s
e  e  e

ons
ez
ent
Leer met ritme:
  1. Bepaal welk werkwoord je nodig hebt.
  2. Schrijf het onderwerp op.
  3. Schrijf de stam van het werkwoord op.
  4. Plak er de juiste uitgang achter.
ww-ir
ww-er
is
is
it

issons
issez
issent
Le présent
|
|
|
|   herhaal dit 3x
|   
1 - 2

Slide 21 - Tekstslide

Oefenen met de tegenwoordige tijd
- werkwoorden -er
- werkwoorden -ir

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link