Week 46 - mavo 3 (chapitre 2: D + voca)

• Begeleiding
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-6

Bonjour tout le monde !

Start klaar ?

• Jas & oortjes uit 
• Telefoon in zakkie & in je tas
• Op tafel: laptop, pen, boek en jdw-map
• Timer af: stoppen met praten & de les begint

Présence (Aanwezigheid)

Tout le monde est présent?

(Is iedereen aanwezig?)

Programme - semaine 46

Les objectifs d'apprentissage 

Aan het einde van de les:

• Kan ik werkwoorden op -ir vervoegen en gebruiken in Franse zinnen.  
• Kan ik het voorzetsel à met een bepaald lidwoord gebruiken.
• Kan ik het voorzetsel de met een bepaald lidwoord gebruiken.
• Ken ik de woorden die te maken hebben met activiteiten en vrije tijd. 

Voorkennis activeren

Leerstofoverzicht PW1

Chapitre 2

Bron D & H

Evaluatie

Les derniers cours ?

Werkwoorden op -re:
Tu.............(vendre)

1. vends
2. vende
3. vend
4. vendes

Werkwoorden op -re:
Ils .............(perdre)

1. perds
2. perdent
3. perd
4. perdez

Werkwoorden op -re (vendre):
zij hebben verkocht

1. il a vendu
2. ils a vendu
3. ils ont vendu
4. ils ont vendru

Wat gebeurt er bij werkwoorden op
-re in de passé composé?

1. re wordt i
2. re wordt é
3. er gebeurt niks
4. re wordt u

Hoe vervoeg je de werkwoorden op
-re in de présent tijd?

1. infinitief + uitgangen
2. -re eraf halen + uitgangen
3. -re eraf halen + voltooid deelwoord

Schrijf een zin over jouw beste vriend of vriendin (meilleur ami(e)) in het Frans.

Leerstofoverzicht PW1

Thema 1: Vriendschap, vrije tijd en social media.

Chapitre 2

Grammaire H - chapitre 2

Au travail!

Regelmatige werkwoord op -ir (présent)

+ video

Regelmatige werkwoord op -ir (passé composé)

+ video

Exercices: Grammaire H

• Zelfstandig maken: 29,  30acd, 32 p. 82-85

• Déjà fini? (al klaar): kies uit deze opdrachten:

1.     F. Lire p. 67

2.    Exercices ww op -re/-ir

Vous avez 10 minutes.

Corriger les exercices - Grammaire H

Grammaire D - chapitre 2

Au travail!

à/de + bepaald lidwoord (p.68)

+ video

à/de + bepaald lidwoord

+ video

à = naar, bij, op, aan

à + le = au

à + la = à la

à + l'= à l'

à + les = aux

de = van

de + le = du

de + la = de la

de + l'= de l'

de + les = des

Je vais au collège (m)

Je vais à la bibliothèque (v)

Je vais à l'aéroport (klinker / h)

Je vais aux États-Unis (mv*)

Le vélo du garçon (m)

Le vélo de la fille (v)

Le vélo de l'enfant (klinker / h)

Le vélo des jeunes (mv*)

*mv = meervoud / plural

à + bepaald lidwoord

de + bepaald lidwoord

Exercices: Grammaire D

• Zelfstandig maken: 15, 16, 17 p.68-70

• Déjà fini? (al klaar): kies uit deze opdrachten:

1.     F. Lire p. 67

2.    Exercices ww op -re/-ir

Vous avez 10 minutes.

Corriger les exercices - Grammaire D

Spreekvaardigheid PO

Apprendre pour le 20/21 novembre:

• Jezelf voorstellen (naam, leeftijd, woonplaats, ...)
• Praten over je familie
• Praten over je beste vriend(in)
• Praten over je vrije tijd

Ongeveer 2 min.

Pitch niet voor de hele klas, maar alleen voor de docente. De rest gaat aan de slag met opdrachten ter voorbereiding op de toets.

PW1 Frans

Wat moet je weten / oefenen?

• Korte tekst schrijven over je beste vriend/vriendin
• Lezen: tekst over social media
• ...

Laten we oefenen...

Les devoirs pour le prochain cours...

Grandes Lignes - Chapitre 2:

• Exercices afmaken
• Apprendre vocabulaire chapitre 2

Écris deux choses que tu as apprises ou retenues de cet exercice :

Evaluatie

Noem twee woorden die je hebt onthouden uit de les.