mentor 1 maart 2021 3C

Stemwijzers en verkiezingen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stemwijzers en verkiezingen

Slide 1 - Tekstslide

Ben jij al 18 en mag je dus stemmen?
Ja
Nee

Slide 2 - Poll

Hoe oud moet je zijn om in de Tweede Kamer te mogen zitten?
A
18 jaar
B
21 jaar

Slide 3 - Quizvraag

Waarom is het stempotlood rood?
A
Dit is de kleur van de socialisten, die streden voor kiesrecht
B
Rood is een opvallende kleur wat handig is voor stemmentellers

Slide 4 - Quizvraag

Mag je stemmen als je in de gevangenis zit?
A
Nee, gevangenen mogen niet stemmen
B
Ja, behalve als de rechter je het kiesrecht heeft ontnomen

Slide 5 - Quizvraag

Mag de koning stemmen?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Wat is waar over de kleding in de Tweede Kamer?
A
Kamerleden mogen zelf weten wat ze dragen
B
Mannelijke Kamerleden moeten een stropdas dragen

Slide 7 - Quizvraag

Minister president
Eerste kamer
Tweede kamer
Ministers

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Sleepvraag

Welke namen van lijsttrekkers ken je?

Slide 10 - Woordweb

Politieke partijen

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Video

Wat gaan we doen?
Jullie maken een stemwijzer (zie volgende slide: kies er één)

Bedenk:  ben je het eens met de uitkomst?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Maakt de partij die op de eerste plek stond ook daadwerkelijk kans op jouw stem als je vandaag zou mogen stemmen?
Ja
Misschien
Nee

Slide 15 - Poll

Internationale vrouwendag
Het was maandag Internationale Vrouwendag! Op 8 maart 1908 werd door vrouwen in New York gestaakt voor betere arbeidsomstandigheden. Dit vieren we ieder jaar.
Het doel is aandacht te vragen voor thema's zoals economische zelfstandigheid, empowerment, seksueel geweld, zorg en arbeid, discriminatie en racisme.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Jongeren-stemrecht?

Stelling: jongeren vanaf zestien jaar zouden moeten kunnen stemmen bij alle verkiezingen.  

Slide 18 - Tekstslide

Welk argument voor of tegen deze stelling kun jij aandragen? Schrijf op: voor/tegen, want....

Slide 19 - Open vraag

Maar waarom zou je gaan stemmen? 
1. stemmen doe je voor jouw toekomst: huizenmarkt / studieschuld / werkloosheid / gratis kinderopvang klimaat : het raakt jouw leven! 


2. leenstelsel / studiefinanciering: op korte termijn 

Slide 20 - Tekstslide

Waarom stemmen? 
3. Jouw stem telt: één stem maakt verschil.
Brexit: 75% van de jongeren (18-24) was tegen maar slechts 36% ging stemmen. 83% van de 65+ers ging wel stemmen! Een andere opkomst had de uitslag kunnen veranderen. Alle millenials en generatie Z: 40 zetels in de kamer. (1980-2003)
4. Stemmen is verantwoordelijkheid nemen: democratie

Slide 21 - Tekstslide