In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Materiaal
Heb je alle spullen bij je?
- Boek
- Chromebook/laptop
- Schrift/papier
- Rekenmachine
Slide 1 - Tekstslide
Programma
- Terugblik vorige les 1.4.
- Nieuwe stof 2.1 Samen sta je sterker.
- Maken opdrachten 2.1.
- Blooket
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik vorige les
Slide 3 - Tekstslide
Hoe bereken je een verandering in procenten?
A
Het verschil delen door het oorspronkelijke getal en vermenigvuldigen met 100.
B
Het verschil delen door het nieuwe getal en vermenigvuldigen met 100.
C
Het oorspronkelijke getal delen door het verschil en vermenigvuldigen met 100.
D
Het oorspronkelijke getal delen door het nieuwe getal en vermenigvuldigen met 100.
Slide 4 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met het begrip "inflatie"?
A
Een daling van de prijzen.
B
Een stijging van de vraag naar producten.
C
Een algemene stijging van de prijzen gedurende een tijd.
D
Een afname van het geld dat mensen hebben.
Slide 5 - Quizvraag
Wat gebeurt er met je koopkracht als er inflatie is?
A
Je kunt meer kopen omdat prijzen dalen.
B
Je kunt minder kopen omdat prijzen stijgen.
C
Inflatie heeft geen invloed op wat je kunt kopen.
D
Je kunt evenveel blijven kopen.
Slide 6 - Quizvraag
Hoe kun je indexcijfers gebruiken voor berekeningen?
A
Tel alle indexcijfers op en deel door het aantal.
B
Vermenigvuldig alle indexcijfers met elkaar.
C
Deel het gewenste cijfer door het basisjaar en vermenigvuldig met 100.
D
Trek het gewenste cijfer af van het basisjaar.
Slide 7 - Quizvraag
Wat vertelt een indexcijfer je?
A
Het laat het absolute aantal zien.
B
Het laat de verandering zien ten opzichte van een bepaald jaar.
C
Het geeft informatie over de totale uitgaven.
D
Het geeft informatie over de bevolkingsgrootte.
Slide 8 - Quizvraag
2.1 Samen sta je sterk
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoelen
In deze presentatie leer je:
- Wat consumentenorganisaties voor jou als consument doen.
- Waar je als consument op kunt letten voor je iets koopt.
- Hoe je prijzen omrekent naar een standaardhoeveelheid.
- Hoe je sterker staat als consument en wat een keurmerk is.
- Hoe je een prijsverschil in procenten uitrekent.
Slide 10 - Tekstslide
Consumentenorganisaties
Consumentenorganisaties komen op voor de belangen van de consument.
- Ze geven onpartijdige productinformatie.
- Ze geven informatie over je rechten en plichten als consument.
- Ze voeren acties bij fabrikanten of de overheid.
Slide 11 - Tekstslide
Vergelijkend warenonderzoek
Vergelijken van gelijksoortige producten van verschillende merken.
Er wordt gelet op bijvoorbeeld:
- Verschillen in prijs en kwaliteit
- De gezondheid van voeding (zout of vet)
- Energieverbruik bij elektrische apparaten
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Prijs per standaardhoeveelheid uitrekenen
Slide 15 - Tekstslide
Opgave 6
a. Bereken voor alle merken de prijs per 100 gram. Schrijf je antwoorden in de juiste kolom.
b. Welke ketchup is naar verhouding de voordeligste?
Slide 16 - Tekstslide
Sta je sterk als consument?
Consumer power:
- Met een grote groep consumenten sta je sterker.
- Meer invloed op fabrikanten en winkeliers
Keurmerk:
- Product voldoet aan bepaalde eisen.
- Keurmerken voor o.a. milieu, elektronica, webwinkels etc.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Prijsverschil in procenten uitrekenen
Slide 19 - Tekstslide
Prijsverschil in procenten
Toyota heeft een actie. Voor een Corolla Hybrid betaal je normaal €36.495. Nu betaal je €33.995. Bereken met hoeveel procent de Toyota tijdens deze actie is afgeprijsd.
Slide 20 - Tekstslide
Prijsverschil in procenten
Toyota heeft een actie. Voor een Corolla Hybrid betaal je normaal €36.495. Nu betaal je €33.995. Bereken met hoeveel procent de Toyota tijdens deze actie is afgeprijsd.