Terugblik op ALA 1A
1 / 31
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de belangrijkste besmettingsbron voor ziekteverwekkende bacteriën?
A
De luchtwegen
B
De handen
C
De elleboog
D
Via een knuffel
Slide 2 - Quizvraag
Wanneer trek je steriele handschoenen aan?
A
Altijd als je contact maak met een zorgvrager
B
Wanneer je een cliënt gaat wassen
C
Wanneer je de zorgvrager moet beschermen tegen bacteriën
D
Wanneer je jezelf moet beschermen tegen de bacteriën van de zorgvrager
Slide 3 - Quizvraag
Wat is methodisch werken?
A
Verpleegkundige zorg afstemmen op de behoefte en wens van de zorgvrager
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens de gezondheispatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij
Slide 4 - Quizvraag
Uit welke zeven stappen bestaat het cyclische stappenplan?
Slide 5 - Open vraag
Wat is het doel van een MDO?
A
Afstemmen van de zorg
B
Zorgdoelen bijstellen
C
Uitwisselen van informatie over de zorgvrager
D
Alle drie de antwoorden zijn goed
Slide 6 - Quizvraag
Onder lichamelijk welbevinden valt...
A
de relaties die iemand heeft
B
iemands gezondheid
C
de mogelijkheden die iemand heeft
D
iemands autonomie
Slide 7 - Quizvraag
De classificatie van Schalock bestaat uit acht domeinen, noem twee van deze domeinen
Slide 8 - Open vraag
Het Omaha classificatiesysteem bestaat uit vier domeinen. Welke zijn hier onderdeel van?
A
Omgeving
B
Fysiologisch
C
Maatschappelijk
D
Psychosociaal
Slide 9 - Quizvraag
Wat is risicosignalering?
Slide 10 - Open vraag
Waarvoor wordt de DOS-scorelijst gebruikt?
A
Om dementie vast te stellen
B
Om te screenen op een delirium
C
Om diabetes type 2 vast te stellen
D
Om de dosering van medicatie vast te stellen
Slide 11 - Quizvraag
Een zorgvrager is afgelopen maand 10 kilo afgevallen. Als je een PES gaat opstellen, wat zou dan een passend symptoom zijn?
A
De zorgvrager heeft geen eetlust
B
De zorgvrager is vermagerd
C
De zorgvrager is 10 kilo afgevallen
D
De zorgvrager moet vaker eten
Slide 12 - Quizvraag
Bij het maken van zorgdoelen wordt de SMART-methode vaak gebruikt. Waar staat de SMART-methode voor?
Slide 13 - Open vraag
De patiënt kan zich zelfstandig wassen aan de wastafel. Welke onderdeel mist bij deze doelstelling?
A
Tijdsgebonden
B
Specifiek
C
Meetbaar
D
Realistisch
Slide 14 - Quizvraag
Waar moet je opletten bij het uitkleden van een zorgvrager met een hemi-parese?
A
Je kleedt eerst de aangedane zijde uit
B
Je kleedt eerst de niet-aangedane zijde uit
C
Het maakt niet uit aan welke zijde je begint
D
Je trekt de kleding in een snelle beweging uit.
Slide 15 - Quizvraag
Waar let je op bij het aankleden van een zorgvrager met een hemi-parese?
A
Je kleedt eerst de aangedane zijde aan.
B
Je kleedt eerst de niet-aangedane zijde aan.
C
Het maakt niet uit aan welke zijde je begint.
D
Je trekt de kleding in een snelle beweging aan.
Slide 16 - Quizvraag
Waar staat er in de Wet op geneeskundig behandelovereenkomst beschreven?
A
De rechten en plichten van de zorgvrager
B
De rechten en plichten van de zorgverlener
C
in welke mate er dwang uitgevoerd mag worden tijdens een behandeling
D
Alle drie zijn goed
Slide 17 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van vrijheidsbeperking?
A
Gebruik maken van een sensor
B
Voorschrijven van medicatie die het gedrag beïnvloed
C
Bedhekken omhoog doen
D
Het licht in een ruimte uitdoen
Slide 18 - Quizvraag
Wanneer spreken we van een positieve vochtbalans?
A
Als iemand te veel vocht vasthoudt
B
Als iemand te weinig vocht heeft
C
Als iemand zelf tevreden is over zijn vochtinname
D
Als iemand ongeveer evenveel vocht binnenkrijgt als dat hij uitscheidt.
Slide 19 - Quizvraag
Op welke afbeelding(en) zie je oedeem?
Slide 20 - Sleepvraag
Welke vijf observatiepunten zijn er voor braaksel?
Slide 21 - Open vraag
Wat is aspiratiepneumonie?
A
Een longafwijking
B
Een longontsteking veroorzaakt door een verslikking
C
Overmatig zweten bij longproblemen
D
Wanneer iemand zich verslikt.
Slide 22 - Quizvraag
Wat kan een oorzaak zijn van urine-incontinentie
A
Verslapte spieren van de bekkenbodem
B
Zwangerschap
C
Verzakking van de baarmoeder
D
Alle drie de antwoorden zijn goed
Slide 23 - Quizvraag
Wanneer worden steunkousen voorgeschreven?
A
Bij koude voeten
B
bij oedeem
C
Mensen die slecht ter been zijn
D
Alle drie de antwoorden zijn goed
Slide 24 - Quizvraag
traumatisch letsel
niet traumatisch letsel
heftig hoofd heen en weer schudden
epilepsie
vergiftiging door drugs en alcohol
auto ongeluk
hoofd tegen voorruit
cva
zuurstoftekort door hartstilstand
Slide 25 - Sleepvraag
Welke vitale functies kennen jullie?
Slide 26 - Open vraag
Wat is een normale ademhalingsfrequentie voor volwassenen?
A
20-25x/min
B
15-20x/min
C
18-22x/min
D
25-30x/min
Slide 27 - Quizvraag
Op welke wijze is de temperatuurmeting het nauwkeurigst?
A
Axillair
B
Cutaan
C
Rectaal
D
Maakt niet uit
Slide 28 - Quizvraag
De systolische druk...
A
is wanneer het hart ontspant
B
is wanneer het hart samentrekt
C
is wanneer het hart stil staat
D
is wanneer er teveel druk op de bloedvaten staat.
Slide 29 - Quizvraag
Wat meet je bij de saturatie?
A
De bloeddruk van de zorgvrager
B
Het percentage zuurstof gebonden aan hemoglobine
C
Het percentage hemoglobine gebonden aan zuurstof
D
De hoeveelheid CO2 in het bloed
Slide 30 - Quizvraag
Mag je van een protocol afwijken?
A
Ja, altijd
B
Soms, met goede argumentatie
C
Nee, nooit
