Hoe werken krachten samen en hoe bepaal je de grootte en richting van deze krachten?
Slide 3 - Tekstslide
Bekijk de volgende twee uitspraken: 1 Een kracht is altijd tussen twee voorwerpen. 2 De spankracht in een elastiek is hetzelfde als de veerkracht van het elastiek.
A
Uitspraak 1 is juist
B
Uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Geen van beide uitspraken is juist
Slide 4 - Quizvraag
Bekijk de volgende twee uitspraken: 1 De normaalkracht op een voorwerp is altijd loodrecht op het ondersteunende oppervlak. 2 De zwaartekracht op een voorwerp is altijd even groot als het gewicht van het voorwerp.
A
Uitspraak 1 is juist
B
Uitspraak 2 is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist.
D
Geen van beide uitspraken is juist.
Slide 5 - Quizvraag
Bekijk de volgende twee uitspraken: 1 Een kracht is altijd tussen twee voorwerpen. 2 De spankracht in een elastiek is hetzelfde als de veerkracht van het elastiek.
A
Uitspraak 1 is juist
B
Uitspraak 2 is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist.
D
Geen van beide uitspraken is juist.
Slide 6 - Quizvraag
Leg uit hoe je de netto Kracht (Fnetto) berekend
Slide 7 - Open vraag
Wat waren de 3 wetten van Newton?
Probeer er een tekening van te te maken
Probeer er een formule bij op te schrijven
Bedenk er een situatie bij wanneer je deze "ziet".
Lees gericht §4.4 Schuine krachten en maak een lijst/stappenplan
Slide 28 - Tekstslide
Voorbereiding
Lees de volgendeweekvraag:
Hoe vind je de grootte en de richting van een netto/resulterende kracht als een of meerdere krachten niet dezelfde of tegenovergestelde richting werken?
Lees §4.3 Krachten samenstellen
Kies hoe je gericht leest:
Zoek alle formules op
Schrijf een stappenplan voor het tekenen/bepalen van resulterende krachten