d of t?
1 / 19
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe schrijf je...
Slide 2 - Open vraag
Welk woord is een langermaakwoord?
A
brood
B
bedreiging
C
leuning
D
schakelaar
Slide 3 - Quizvraag
Hoe schrijf je...
Slide 4 - Open vraag
Hoe schrijf je...
Slide 5 - Open vraag
meervoud van....
A
baarten
B
baarden
C
baarte
D
baarde
Slide 6 - Quizvraag
Hoe schrijf je...
Slide 7 - Open vraag
Hoe schrijf je...
Slide 8 - Open vraag
Welk woord is een langermaakwoord?
A
ouderwetse
B
onkruid
C
zwaluw
D
inrichting
Slide 9 - Quizvraag
Hoe schrijf je...
Slide 10 - Open vraag
Hoe schrijf je...
Slide 11 - Open vraag
Kruis een langermaakwoord aan
A
boze
B
patat
C
vriendelijke
D
gevangenen
Slide 12 - Quizvraag
Hoe schrijf je...
Slide 13 - Open vraag
Hoe schrijf je...
Slide 14 - Open vraag
Welk woord is een langermaakwoord?
A
koffiekan
B
gloednieuwe
C
worst
D
bliksem
Slide 15 - Quizvraag
Hoe schrijf je...
Slide 16 - Open vraag
Hoe schrijf je...
Slide 17 - Open vraag
Welk woord is een langermaakwoord?
A
schommelbank
B
verzamelaar
C
kettingkast
D
sauna
Slide 18 - Quizvraag
Hoe schrijf je...
