Les Pronoms Possessifs

Het bezittelijk voornaamwoord
Le Pronom Possessif
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Het bezittelijk voornaamwoord
Le Pronom Possessif

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.
Het gaat dus over een 'bezit'.

In het frans noemen we het 'le pronom possesif'


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke bezittelijke voornaamwoorden ken je (in het Nederlands)

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

In het Nederlands
Mijn fiets
Jouw fiets
Zijn / haar fiets

Onze fiets
Uw / jullie fiets
Hun fiets

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le pronom possesif
                             mannelijk                 vrouwelijk            meervoud
Mijn                       mon                               ma                       mes
Jouw                     ton                                 ta                          tes
Zijn/haar             son                                 sa                         ses
ons/onze            notre                             notre                   nos
jullie/uw              votre                             votre                    vos
hun                        leur                                leur                      leurs

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le copain - La copine
mon copain       mijn vriend         ma copine     mijn vriendin
ton copain           jouw vriend        ta copine      jouw vriendin
son copain   zijn/haar vriend       sa copine    zijn/haar vriendin

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

       De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tante
tantes
père
oncle
mère
soeurs
frères
porte
adresse
mon
ma
mes

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) tante
A
ma
B
ta
C
mon
D
son

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) soeur
A
sa
B
ton
C
son
D
ta

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal en kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

dans (mijn) classe il ya 26 élèves
A
ma
B
tes
C
mon
D
ses

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) mère
A
ton
B
ta
C
son
D
sa

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) oncle
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord. Let op enkelvoud of meervoud!

_________ (jouw) oncles
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) soeurs
A
sa
B
ton
C
son
D
ses

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) frères
A
sa
B
ton
C
ses
D
son

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

(onze) prof est sévère
(onze) profs sont sympa

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(hun) prof
(hun) profs

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (uw) mère
A
nos
B
votre
C
notre
D
ta

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) oncle
A
leur
B
tes
C
son
D
ses

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles
A
leur
B
tes
C
leurs
D
ses

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) mère
A
nos
B
notre
C
votre
D
vos

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) oncles
A
leur
B
leurs

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Attention!
* mijn vriendin -> ma amie v (klinkerbotsing) -> mon amie

* jouw school -> ta école (klinkerbotsing) -> ton école 

* zijn / haar verhaal -> sa histoire v (stomme 'h') -> son histoire 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) amie v
A
ma
B
mon
C
ta
D
ton

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) école v
A
sa
B
son
C
mon
D
ma

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal en kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

(jouw) école
A
ton
B
tes
C
ses
D
mon

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bezittelijke voornaamwoorden: enkelvoud
Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
  mon
 ton
  son
  ta
  tes
  mes
  ses
   ma
  sa

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bezittelijke voornaamwoorden: meervoud
Maak de juiste combinaties.
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bezittelijke voornaamwoorden ken je nu? (in het Frans)

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

ik kan het bezittelijk
voornaamwoord
gebruiken
A
🥰
B
🙂
C
🤔

Slide 35 - Quizvraag

grammaire 'het bezittelijk voornaamwoord' | bron H page 126