Chap. 2: Récapituler grammaire A + B

Programme:
  • Décrire un objet
  • Récapituler l'adverbe
  • Récapituler les verbes irréguliers
  • Connecteurs
Lesdoelen:
  • Je kunt een object omschrijven
  • Je kent het verschil tussen het bijwoord het bijv. nw en kan deze in een zin plaatsen
  • Je weet welke WW niet volgens de normale regels worden vervoegd
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programme:
  • Décrire un objet
  • Récapituler l'adverbe
  • Récapituler les verbes irréguliers
  • Connecteurs
Lesdoelen:
  • Je kunt een object omschrijven
  • Je kent het verschil tussen het bijwoord het bijv. nw en kan deze in een zin plaatsen
  • Je weet welke WW niet volgens de normale regels worden vervoegd

Slide 1 - Tekstslide

Décrire un objet
Beschrijf een object en vertel:

1 waarvoor je het gebruikt
2 waartoe het dient
3 welke vorm het heeft
4 waarvan het gemaakt is

Slide 2 - Tekstslide

L'adjectif et l'adverbe
Noteer beide:
moeilijk
lang
goed
elegant
intelligent








Slide 3 - Tekstslide

C'est une phrase ..., je ne connais pas la réponse.

Rester assis = l'adverbe

Rester debout = l'adjectif

Slide 4 - Tekstslide

J'ai déja travailler ... donc je suis fatigué(e).

Rester assis = l'adverbe

Rester debout = l'adjectif

Slide 5 - Tekstslide

Tu as ... entendu?
Rester assis = l'adverbe

Rester debout = l'adjectif

Slide 6 - Tekstslide

Elle est vraiment ...
Rester assis = l'adverbe

Rester debout = l'adjectif

Slide 7 - Tekstslide

Mes parents parlent souvent ...
Rester assis = l'adverbe

Rester debout = l'adjectif

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de normale regel?
Let op: ongeacht het WW

1. Passé composé
2. Imparfait
3. Futur simple
4. Conditionnel

Slide 9 - Tekstslide

Les connecteurs

Wat: Raad de betekenis van de 'connecteurs'.
Maak groepjes van 4/5 leerlingen. 

timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Les connecteurs
Wat: Onderstreep de 'connecteurs' in de tekst en schrijf de betekenis erbij. 

Begin bij tekst 1.

Slide 11 - Tekstslide