2.1 Het leven in een Griekse stadstaat

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

2.1 Leven in een Griekse stadstaat

Wat weet je van het oude Griekenland?

Leerdoelen

1.  Je kunt eigenschappen noemen van Griekse stadstaten
   
   
2.  Je kunt uitleggen dat niet alle mensen in Griekenland burgerrechten hadden
   

Stadstaten

• ca. 700 verschillende stadstaten (polis)
• Athene en Sparta waren het grootst
  
  
• Iedere stadstaat had een eigen bestuur en maakte  eigen wetten --> grote verschillen
• In iedere polis spraken ze Grieks, vereerden ze dezelfde goden en bouwden ze op dezelfde manier tempels. --> grote overeenkomsten

Griekse samenleving

• In de poleis bestond grote ongelijkheid tussen  mensen 
  
  
• Burgerrecht bij de Grieken: Het lidmaatschap van een polis. Alleen volwassen vrije mannen die geen vreemdeling waren, hadden burgerrecht

Aan de slag

Lezen: Lees paragraaf 2.1 goed door.

Maken: Maak opdracht 1 t/m 7 van paragraaf 2.1

Wat kun je vertellen over de burgerrechten in Griekenland?

Leerdoel

 Je kunt uitleggen hoe het leven in een Griekse stadstaat eruitzag. 

Het leven in een Griekse stadstaat (1)

• De meeste mensen leefden van de landbouw (graan, druiven, olijven)
• Grieken handelden ook veel --> ze verkochten aardewerk, wijn en olijfolie en kochten graan in. 
• De Grieken waren zeevaarders en hadden langs de kusten van de Middellandse Zee en de Zwarte Zee handelscontacten. 

Het leven in een Griekse stadstaat (2)

• De man was het hoofd van het gezin. De vrouwen stonden meestal onder toezicht van een man.
• Grote ongelijkheid: tussen man & vrouw, tussen arm & rijk, tussen vrij & onvrij
  
  
• Er zijn bijna geen teksten van vrouwen bewaard gebleven...

Even controleren! 

Wat is niet waar over een polis?

1. In iedere polis spraken ze Grieks
2. bouwden ze op dezelfde manier tempels.
3. vereerden ze dezelfde goden en
4. Was er één bestuur in heel Griekenland

In de Griekse stadstaten leefden de meeste mensen van

1. Industrie
2. Landbouw
3. Jagen- verzamelen

Het Griekse woord polis betekent

1. politie
2. stadstaat
3. eiland
4. land

De mensen onderaan de Griekse samenleving waren de

1. Soldaten
2. Boeren
3. Slaven

De mensen bovenaan de Griekse samenleving waren de:

1. Soldaten
2. Boeren
3. Mannen met burgerrecht

Op welke leeftijd trouwden vrouwen?

1. 14 jaar
2. 16 jaar
3. 21 jaar
4. 30 jaar

Wat was de belangrijkste taak van de vrouw in de democratie?

1. Notities maken
2. Meestemmen
3. Vrouwen waren geen onderdeel van democratie

Je kon in Athene alleen stemmen als je burgerrecht had. Wie had er burgerrecht?

1. Volwassen vrije mannen, afkomstig uit de stad zelf
2. Volwassen vrije mannen en vrouwen. Ze moesten ook meevechten in de oorlog.
3. Slaven, volwassen vrije mannen en vrouwen
4. Alleen slaven

Sleep de onderdelen van de polis naar de juiste plek

Acropolis

Agora

Platteland

Haven

Stadsmuur

Stad

Tempel

Aan de slag

Maken: Opdracht 7 t/m 13 van paragraaf 2.1

In stilte aan de slag.