In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu
Slide 2 - Quizvraag
Heeft een vlinder hetzelfde fenotype als de rups waaruit hij is ontstaan? En hetzelfde genotype?
A
alleen hetzelfde fenotype
B
alleen hetzelfde genotype
C
zowel hetzelfde fenotype als hetzelfde genotype
Slide 3 - Quizvraag
Het stukje van een DNA molecuul heeft de volgende sequentie: TGCAAA
Wat is sequentie van de tegenoverliggende nucleotiden?
A
ACGTTT
B
TTTGCA
C
TGCAAA
D
AAACGT
Slide 4 - Quizvraag
Studiewijzer
Slide 5 - Tekstslide
Studiewijzer
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Twee verschillende allelen voor een eigenschap is
A
homozygoot
B
heterozygoot
C
co-dominant
D
onvolledig dominant
Slide 20 - Quizvraag
Aa kan je ook omschrijven als ........
A
Homozygoot dominant
B
Heterozygoot
C
Homozygoot recessief
D
Heterozygoot dominant
Slide 21 - Quizvraag
Welke haarkleur is dominant?
A
Dat is niet te zeggen
B
Beide zijn dominant
C
Rood haar (paars)
D
Zwart haar (wit)
Slide 22 - Quizvraag
Een cavia is heeft voor haarkleur als genotype "aa" Deze cavia is voor deze eigenschap....
A
homozygoot dominant
B
homozygoot recessief
C
heterozygoot dominant
D
heterozygoot recessief
Slide 23 - Quizvraag
Welke eigenschap is dominant?
A
normale vingers
B
korte vingers
C
niet te bepalen
Slide 24 - Quizvraag
Bij een bepaalde plantensoort komen rode bloemen en witten bloemen voor. Als een plant met witte en een plant met rode bloemen worden gekruist, krijgen de nakomelingen roze bloemen. Dit fenotype noemen we
A
Dominant
B
Intermediair
C
Recessief
Slide 25 - Quizvraag
2 gelijke allelen van een gen voor een eigenschap noemen we:
A
homozygoot
B
heterozygoot
C
dominant
D
recessief
Slide 26 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van "dominant homozygoot"
A
Aa
B
aa
C
AA
D
aA
Slide 27 - Quizvraag
Zwarte vachtkleur is dominant over rood. Wat is het genotype van deze koe?