H8.2 / H8.3 Omtrek en lengtematen

Boek blz. 44/45 
Samenwerken
Lees de theorie op blz 44, bekijk ook het voorbeeld.
Maak opd. 7, 8 & 9.
Ieder werkt de opdracht in zijn/haar eigen schrift uit.

Werk binnen je tafelrij aan onderstaande opdracht.

Werk netjes, schrijf berekeningen volledig op. 
timer
6:00
Klaar? Start je laptop op
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Boek blz. 44/45 
Samenwerken
Lees de theorie op blz 44, bekijk ook het voorbeeld.
Maak opd. 7, 8 & 9.
Ieder werkt de opdracht in zijn/haar eigen schrift uit.

Werk binnen je tafelrij aan onderstaande opdracht.

Werk netjes, schrijf berekeningen volledig op. 
timer
6:00
Klaar? Start je laptop op

Slide 1 - Tekstslide

    Welkom
Pak je spullen erbij (boek, schrift, schrijfspullen)

Neem bladzijde 46 voor je

        Start direct met opd. 10, 12 & 13
DEZE LES:
§8.2 / 8.3 Omtrek en lengte maten
timer
6:30

Slide 2 - Tekstslide

oefenen 
uitleg 
         Lesprogramma
nakijken 
H8.1 opd 6 t/m 9 + u1
- Wat is omtrek, hoe bereken je dit
- Werken met lengte maten
Opd. 13 & 19 samen uitwerken
Verwerken 
Netjes werken, berekeningen uitschrijven
huiswerk
voorkennis 
Standaard maten
§8.2 en §8.3 afmaken, vuistregels leren

Slide 3 - Tekstslide

        Nakijken
Kijk je werk eerlijk en streng na.

Slide 4 - Tekstslide

Stapgrootte
.



Een vuistregel of standaardmaat is een algemene maat die je in gebruikt wanneer je een schatting maakt.

        Voorkennis

Slide 5 - Tekstslide

Welke snelheid hoort bij wandelen?
A
5 km/uur
B
10 km/uur
C
18 km/uur
D
100 km/uur

Slide 6 - Quizvraag

Hoe hoog is een standaarddeur?
A
1,80 m
B
1,70 m
C
2,00 m
D
3,00 m

Slide 7 - Quizvraag

Welke vuistregel wordt er gebruikt voor de afstand over de weg?
A
De afstand over de weg is ongeveer 5x de afstand hemelsbreed.
B
De afstand over de weg is ongeveer 1,2x de afstand hemelsbreed.
C
De afstand over de weg is ongeveer 3x de afstand hemelsbreed
D
De afstand hemelsbreed is ongeveer 0,5x de afstand over de weg

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de vuistregel voor de hoogte van een verdieping van een gebouw?
A
1 verdieping is ± 4 m
B
1 verdieping is ± 3 m
C
1 verdieping is ± 2,5 m
D
1 verdieping is ± 3,5 m

Slide 9 - Quizvraag

Als je gaat fietsen, wat is dan de gemiddelde snelheid? (vuistregel fietsen)
A
12km/u
B
15km/uur
C
18km/u
D
20km/u

Slide 10 - Quizvraag

Welke vuistregel wordt er gebruikt voor wandelen?
A
Je wandelt ongeveer 5 km in een uur.
B
je wandelt ongeveer 6 km in een uur.
C
Je wandelt ongeveer 1,2 x sneller dan dat je loopt.
D
Je wandelt ongeveer 18 km in een uur.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de vuistregel voor de lengte van een volwassen man?
A
1.80 m
B
1.75 m
C
1.70 m
D
2.00 m

Slide 12 - Quizvraag

Je wilt weten hoe hoog een flatgebouw ongeveer is. Welke vuistregel heb je nodig?
A
Een volwassene is ongeveer 1,80 m lang.
B
Een verdieping is ongeveer 3 m hoog.
C
De hoogte van een deur is ongeveer 2 m
D
1 m = 100 cm

Slide 13 - Quizvraag

Vuistregels voor schatten
Hoogte van een verdieping
Afstand pink-duim
Lengte van een stap
Lengte volwasse vrouw
20 cm
170 cm
75 cm
3 meter

Slide 14 - Sleepvraag

Hemelsbreed
Op een kaart meet je de afstand tussen twee punten langs een rechte lijn
Dit noem je de afstand  hemelsbreed.

Als vuistregel zeggen we dat afstand over de weg 1,2 keer zolang is.

Vermeld bij berekeningen altijd de afstand die jij gemeten hebt!
  • Op een kaart meet je de afstand  tussen twee punten langs een rechte lijn.  Dit noem je de afstand hemelsbreed.
Hemelsbreed
uitleg 
  • Als vuistregel zeggen we:  De afstand over de weg 1,2 keer zolang is.

  • Vermeld bij berekeningen altijd de afstand die jij gemeten hebt!

Slide 15 - Tekstslide

Hoe hoog is een standaarddeur?
A
3,00m
B
2,00 m
C
1,80 m
D
1,70 m

Slide 16 - Quizvraag

Als je gaat fietsen, wat is dan de gemiddelde snelheid? (vuistregel fietsen)
A
12km/u
B
15km/uur
C
18km/u
D
20km/u

Slide 17 - Quizvraag

Wat leer je in deze paragraaf?

Ik kan vertellen wat de omtrek van een figuur is.

Ik kan met tussenstappen lengtematen omrekenen.



         Leerdoelen

Slide 18 - Tekstslide

-Man 1,80     vrouw 1,70
-lopen 5 km/u
-fietsen 18 km/u
-stapgrootte 75cm
-hoogte verdieping 3m
-deur 2m hoog
-inwoners NL 17.500.000
-voetbalveld halve hectare             (50m bij 100m)
- Een auto is gem. 4m lang.
- afstand over weg  is:
  1,2 x afstand hemelsbreed

uitleg 
Wat is omtrek?
De omtrek van een figuur is de totale lengte van de buitenzijde van de figuur.

Omtrek = de afstand er omheen
                   De lengte van alle zijden bij elkaar

Soms gebruik je een touwtje om de omtrek te meten, je kunt ook een geodriehoek of liniaal gebruiken.
Berg je laptop op in je tas

Slide 19 - Tekstslide

Formule OMTREK:
Alle zijdes bij elkaar optellen= omtrek

Slide 20 - Tekstslide

-Man 1,80     vrouw 1,70
-lopen 5 km/u
-fietsen 18 km/u
-stapgrootte 75cm
-hoogte verdieping 3m
-deur 2m hoog
-inwoners NL 17.500.000
-voetbalveld halve hectare             (50m bij 100m)
- Een auto is gem. 4m lang.
- afstand over weg  is:
  1,2 x afstand hemelsbreed

uitleg 
Wat is omtrek?
De omtrek van een figuur is de totale lengte van de buitenzijde van de figuur.

Omtrek = de afstand er omheen
                   De lengte van alle zijden bij elkaar

Soms gebruik je een touwtje om de omtrek te meten, je kunt ook een geodriehoek of liniaal gebruiken.

Slide 21 - Tekstslide

-Man 1,80     vrouw 1,70
-lopen 5 km/u
-fietsen 18 km/u
-stapgrootte 75cm
-hoogte verdieping 3m
-deur 2m hoog
-inwoners NL 17.500.000
-voetbalveld halve hectare             (50m bij 100m)
- Een auto is gem. 4m lang.
- afstand over weg  is:
  1,2 x afstand hemelsbreed

uitleg 
Omtrek berekenen
Hoe bereken je de omtrek van een figuur?

Omtrek =  er omheen.
  1. Zorg ervoor dat je de lengte van alle zijden van de figuur weet.
  2. Bereken de omtrek van de figuur door de lengte van alle zijden bij elkaar op te tellen.

Slide 22 - Tekstslide

Stapgrootte
.



blz. 47 opd. 13
Samen uitwerken 
* Zorg ervoor dat je de lengte van alle 
   zijden van de figuur weet

Slide 23 - Tekstslide

    Welkom
Pak je spullen erbij (boek, schrift, schrijfspullen)

Neem bladzijde 48 voor je

        Start direct met opd. 14
DEZE LES:
§8.2 / 8.3 Omtrek en lengte maten
timer
6:30

Slide 24 - Tekstslide

Welke snelheid hoort bij wandelen?
A
5 km/uur
B
10 km/uur
C
18 km/uur
D
100 km/uur

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de vuistregel voor de hoogte van een verdieping van een gebouw?
A
1 verdieping is ± 4 m
B
1 verdieping is ± 3 m
C
1 verdieping is ± 2,5 m
D
1 verdieping is ± 3,5 m

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de vuistregel voor de lengte van een volwassen man?
A
1.80 m
B
1.75 m
C
1.70 m
D
2.00 m

Slide 27 - Quizvraag

Hoe hoog is een standaarddeur?
A
3,00m
B
2,00 m
C
1,80 m
D
1,70 m

Slide 28 - Quizvraag

-Man 1,80     vrouw 1,70
-lopen 5 km/u
-fietsen 18 km/u
-stapgrootte 75cm
-hoogte verdieping 3m
-deur 2m hoog
-inwoners NL 17.500.000
-voetbalveld halve hectare             (50m bij 100m)
- Een auto is gem. 4m lang.
- afstand over weg  is:
  1,2 x afstand hemelsbreed

uitleg 
Wat is omtrek?
De omtrek van een figuur is de totale lengte van de buitenzijde van de figuur.

Omtrek = de afstand er omheen
                   De lengte van alle zijden bij elkaar

Soms gebruik je een touwtje om de omtrek te meten, je kunt ook een geodriehoek of liniaal gebruiken.

Slide 29 - Tekstslide

Zelfstandig 
aan de slag 
Boek blz. 48
Maak: opd. 14, 15 & 16

Klaar? Lees de theorie op blz. 50, maak daarna opd. 20
Maak zelfstandig onderstaande opdrachten

Werk in stilte, werk netjes!
timer
7:30

Slide 30 - Tekstslide

-Man 1,80     vrouw 1,70
-lopen 5 km/u
-fietsen 18 km/u
-stapgrootte 75cm
-hoogte verdieping 3m
-deur 2m hoog
-inwoners NL 17.500.000
-voetbalveld halve hectare             (50m bij 100m)
- Een auto is gem. 4m lang.
- afstand over weg  is:
  1,2 x afstand hemelsbreed

uitleg 
Lengtematen
Bij het omrekenen van lengtematen maken we gebruik van het schema hiernaast.

Lengtematen zetten we namelijk in dezelfde eenheid.

Slide 31 - Tekstslide

Stapgrootte
.



blz. 51 opd. 19
Samen uitwerken 
* Zet maten in dezelfde eenheid.
235 m =   ............................................................................................  cm

1800 m = ............................................................................................ km

354 cm = ............................................................................................ m
Van groot naar klein   x     (km - m )

Van klein naar groot    :   ( m - km)

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk 
Huiswerk:
Maak opd. 10, 11, 14, 15, 16, 20, 21, 22 en 24.

       Leer de vuistregels uit het hoofd.
Werk fluisterend binnen je tafelrij

Schrijf je hele berekening op.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide